1 AFDEELING II. BOUW- EN WONINGTOEZICHT. I. Wetten en Verordeningen. Vcor wat de uitvoering van de Woningwet betreft, wordt verwezen naar het beredeneerd verslag, bedoeld in art. 77 der Woningwet. Aan legesgelden voor uitgereikte bouwvergunningen werd ont vangen 5909.60 tegen 4932.80 in 1932 over een geraamde bouw som van 2.559.440 tegen 2.008.700 in 1932. Aan legesgelden voor uitgereikte bewoonbaarverklaringen, ver gunningen voor het in gebruik nemen van beerputten, voor het maken van overstorten aan beerputten, voor het aanbrengen van lichtreclames, zonneschermen, uithangborden en automaten, totaal 1197 stuks, werd ontvangen 623.60. Begrafeniswet. Hieromtrent valt niets bijzonders te vermelden. V u u r w e t. Het toezicht op de naleving van de wet van 13 Januari 1923 (Staatsblad No. 9) en van het Koninklijk besluit van 30 December 1924 (Staatsblad No. 620) voor zoover betreft het verrichten van loodgieterswerkzaamheden aan gebouwen enz. bleef aan de af deeling opgedragen. Aanwijzing van gebouwen en getimmerten, door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, krachtens artikel 5 sub i van evenvermeld besluit, het Gemeentebestuur gehoord, is nog niet geschied. Bioscoopwet. Met de uitvoering der wet had de afdeeling geen bemoeienis al wordt er voor zorggedragen, dat bij bouwplannen, waarop de bioscoopwet van toepassing is, aan die wet en de daaruit voort gevloeide voorschriften, voor zooveel op den bouw betrekking hebbende, wordt voldaan. Drankwet. Met de uitvoering der wet had de afdeeling geen bemoeienis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1933 | | pagina 110