VERSLAG betreffende den toestand en de
werking van de Gemeentereiniging
te Breda, over het jaar 1933,
Beheer.
De commissie van bijstand in het beheer der gemeentereiniging
was op het einde van het jaar samengesteld uit de volgende heeren:
C. L. M. Brantjes, wethouder, voorzitter.
J. N. Kroone, lid.
A. Mabelis, lid.
H. J. van der Ven, lid.
De heer H. W. Th. M. Goosen, commies-chef van het
4e bureau ter Secretarie, fungeerde als secretaris.
Directie en Toezicht.
G. P. P. Esbach, directeur.
S. M. van Cortenberghe, hoofdopzichter.
C. Noijens, opzichter, belast met de boekhouding.
A. van Loon, opzichter.
F. B. Rosch, opzichter.
De heer Noijens was wegens ziekte geheel afwezig van begin
Januari tot 1 Mei en gedeeltelijk tot 1 Juli. Tot dezen datum
werden zijn werkzaamheden waargenomen door den heer Rosch.
De heer van Loon werd, op advies van zijn behandelenden ge
neesheer, tot 1 Augustus ontheven van inspannende werkzaam
heden, o.a. het motorrijden. In verband met een en ander werd de
heer J. L. A. M. Ruijgers, die als opzichter in tijdelijken dienst
was, in dienst gehouden tot 26 Juli. Aangezien de ziekte van
den heer Noijens zich herhaalde met ingang van 16 October,
werd de heer Ruijgers met ingang van 27 November wederom
in tijdelijken dienst genomen en het voeren der boekhouding
wederom aan den heer Rosch opgedragen.