15 Uit dit schrijven, 't welk hieronder volgt, bleek dat de resultaten van de toestellen dienende voor reiniging der gassen onvoldoende zijn. Een bezoek aan de fabriek te Arnhem heeft daarom niet plaats gehad. In een hieronder in copie toegevoegde correspondentie wordt een en ander nader toegelicht. COPIEBRIEF. „Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Gassen Kunstzijdefabriek. Ik heb de eer U hierbij een afschrift te doen toekomen van een brief, welke ik van mijn Collega den Inspecteur van de Volks gezondheid Dr. Bloemendaal te Arnhem ontving. Zoowel uit dezen brief als uit het bijgevoegde krantenbericht blijkt, dat het resultaat der behandeling van de gassen aldaar niet geroemd kan worden en de verkregen ervaring thans nog niet zoo gunstig is, dat met recht tot dezelfde behandeling aan de Hollandsche Kunstzijdefabriek kan worden geadviseerd. Aan deze fabriek is thans het grootste deel der machines ge sloten. Daarmede is de hoeveelheid afgevoerde gassen belangrijk verminderd, daarentegen de concentratie verhoogd. Echter is ook de productie verlaagd. Berekening leerde, dat de afgevoerde gassen f4ians zoowat 2 x/2 X zooveel H2S en CS2 zullen bevatten dan voorheen, doch dat de totale hoeveelheid afgevoerd H2S 67 van het vorige jaar bedraagt. Zooals ik U 28 November 1932 berichtte, was toen 1.3 resp. 1.6 mgr. H2S per M.3 gevonden, zoodat thans 3.25 n 4 mgr./M.3 aanwezig kan zijn." De Inspecteur van de Volksgezondheid, w.g. A. H. v. d. VELDE. Aan de Gezondheidscommissie te BREDA. COPIEBRIEF. „De beantwoording van Uw vraag betreffende het resultaat van de stankverspreiding bij de Kunstzijdefabriek te Arnhem, bleef lang achterwege, omdat ik wilde afwachten, welke practische er varing daarmede zou worden opgedaan. Uit bijgaand couranten bericht d.d. 14 September j.l. moge U blijken, dat deze nog niet volkomen gunstig is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1933 | | pagina 177