16 Zooals U bekend is, werden in de fabriek de spinmachines geheel ingebouwd. Dientengevolge kon de luchtafzuiging belang rijk verminderd worden met tot gevolg een hooger gasconcen- tratie in de afgevoerde lucht. Onder deze omstandigheden was het beter uitvoerbaar de afvalgassen in speciaal daarvoor geconstrueerde waschtorens, met behulp van loog van zwavelwaterstof te bevrijden. Bij de proef neming heb ik mij herhaaldelijk ervan overtuigd, dat direct boven en ook op bijv. een 25 meter afstand onder den wind van de waschinrichting geen hinderlijke zwavelwaterstofstank meer waar neembaar was. Wel bleven enkele andere luchtjes aanwezig, die echter niet bijzonder hinderlijk waren te achten. Nadien zijn, naar ik meen, acht van deze waschtoestellen gebouwd en overeenkomstig mijn verwachting hoorde ik van enkele geplaagden, dat de toe stand veel beter was. Intusschen nam ik zelf bij herhaling, wanneer ik langs de fabriek spoorde, een stank waar, die met dit gunstig oordeel geenszins klopte en ten slotte verschijnt nu dit couranten bericht, dat, hoewel geenszins ongegrond, m.i. anderzijds in zijn algemeenheid overdreven voorkomt. In elk geval heeft dit het goede gevolg, dat het Gemeentebestuur thans deskundigen heeft aangewezen, om op een geheel onverwacht tijdstip bij de fabriek te gaan controleeren, of aan den eisch van maximaal 3 mgr. zwa velwaterstof per M.3 afgevoerd gas wordt voldaan. Uiteraard kan bij niet voldoende toepassing der middelen weer hinder optreden. Wat betreft het voorgenomen bezoek aan Arnhem van de Ge zondheidscommissie, geloof ik, dat dit onder de gegeven omstan digheden, niet veel nut zal opleveren. Men kan hier om de fabriek loopen en toevallig een meer of minder gunstig resultaat waar nemen. Vermoedelijk zal de fabriek in dit stadium van kritiek niet erg toeschietelijk zijn met het verleenen van toegang tot de be treffende werken." Afschrift van een ingezonden stuk, geplaatst in een der Arnhem- sche couranten: ,,Mag ik U beleefd verzoeken dit schrijven in de Arnhemsche Crt. te willen plaatsen, hopend dat er iets gedaan wordt om den onhoudbaren toestand die ontstaat door den stank, dien de zijde- fabriek steeds meer uitzendt, te veranderen. Ik vind het een schande, dat het gemeentebestuur toelaat, dat een groot gedeelte der stad door die dampen vergiftigd wordt. Vooral in het Oostelijk gedeelte is het heel erg, daar men er daar last van heeft, wanneer de wind Oost is, dus met mooi en meestal warm weer. Dikwijls moet men des avonds al vroeg de ramen sluiten en ze den geheelen nacht dichthouden en nog dringt de stank vaak naar binnen en krijgt men keel- of hoofdpijn. Het is gewoon dikwijls niet uit te houden en onschuldig is het ook niet. Het gebeurt, dat door doktoren in andere plaatsen aan hun

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1933 | | pagina 178