24
Alvorens Uw standpunt te bepalen, zoude het ra.i. wenschelijk
zijn, dat U kennis naamt van hetgeen op het onderhavige gebied
te Arnhem werd gepresteerd. Ik acht dit uiterst belangrijk en
verblijdend en ben er van overtuigd, dat de Directeur van het
Bouw- en Woningtoezicht, de Heer Schulte Nordholt, ook Uwe
commissie met zijn bekende bereidwilligheid zal willen toonen en
expliceeren, hetgeen grootendeels zijn werk is.
De gelegenheid in kwestie acht ik van te grooter belang voor
de Gemeente Breda, omdat dezelve slechts over een tamelijk be
perkt grondgebied beschikt, dat voor verdere bebouwing in aan
merking komt en zij dus goed zal doen te woekeren met den
grond in de oude veste.
Nog moge ik er de aandacht op vestigen, dat bij aanwezigheid
van saneeringsplannen de, als ik het zoo noemen mag, krotoprui-
mingspolitiek in de toekomst langs meer vaste banen zal zijn te
leiden, dan tot nu toe gevolgd werden.
Ik zal niet behoeven te zeggen, dat ik gaarne kennis zal nemen
van eventueele stappen, welke van dit schrijven het gevolg zouden
kunnen zijn en dat ik desgewenscht bereid ben tot nader overleg
met Uwe Commissie."
De Inspecteur v. d. Volksgezondheid,
w.g. G. BOLSIUS.
De resultaten van het onderzoek met een daarbij gevoegd advies
werden ongeveer in de: navolgende), bewoordingen in een schrijven
aan 't College van Burgemeester en Wethouders toegezonden:
,,Naar aanleiding van een schrijven van den Inspecteur der
Volksgezondheid, den heer Ir. G. J. P. M. Bolsius, te 's-Hertogen-
bosch, waarvan een copie hier wordt bijgevoegd, heeft in een
barer vergaderingen met vermelden Inspecteur eene bespreking
plaats gehad, waarin de heer Bolsius eene nadere uiteenzetting
heeft gegeven betreffende het opstellen en uitvoeren van sanee
ringsplannen als bedoeld in zijn schrijven.
Aangezien de commissie reeds enkele malen bij haar adviezen
tot onbewoonbaarverklaring van krotten, aan Uw College de
wenschelijkheid kenbaar maakte, voor de gevallen waarbij vooraf
was te voorzien, dat deze woningen in de toekomst voor berg
plaatsen zouden worden gebruikt en het niet uitgesloten was,
dat deze pakhuizen hinder voor de omgeving op den duur zouden
veroorzaken, om op grond der W. W. aan de desbetreffende eige
naar of eigenaars een aanschrijving te richten tot amoveering dezer
perceelen, en Uw College daartoe in vele gevallen niet is kunnen
besluiten, is zij op advies van den voornoemden Inspecteur over
gegaan om eens een onderzoek in te stellen naar den toestand der
onbewoonbaar verklaarde woningen in de geheele gemeente.