VERSLAG van den toestand der Hoogdruk-Waterleiding te Breda, over het dienstjaar 1933. Algemeene toestand. De totale wateraflevering over het jaar 1933 bedroeg: 1.129.802 M.3 tegen 1.108.920 M.3 in het voorgaande jaar, alzoo een vermeerdering van 20.882 M.3 of 1.88 Dit jaar was de gemiddelde etmaalaflevering in den tijd van grootverbruik wederom hooger, ook de grootste uurverbruiken waren hooger en kwamen veelvuldiger voor. Om aan de hierdoor gestelde zwaardere eischen te kunnen voldoen, zoolang de water- berging niet tot de gewenschte grootte is uitgebreid, werden in het voorjaar in eigen beheer 3 nieuwe ondiepe bronnen geboord en aangesloten. Deze bronnen welke elk van 2 filters werden voorzien hadden elk een capaciteit van 20 M.3 per uur. Hoewel door het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening te 's-Gravenhage reeds einde 1932 rapport omtrent de vergrooting van de waterberging werd uitgebracht is aan de verwachting dat de bouw van een nieuwe watertoren in 1933 gereed zou komen niet voldaan. De voorbereiding door den dienst van Openbare Werken is nog niet beëindigd. Belangrijke voorzieningen aan de installaties kwamen niet voor, de in voorgaande jaren aangebrachte verbeteringen demonstreerden zich in lager brandstoffenverbruik hetwelk de exploitatie gunstig beïnvloedde. De totale toename van het aantal verbruikers zou, indien door ons in het Concessiegebied van de waterleiding Mij. „Noord- West-Brabant" nog water werd geleverd, bedragen hebben 135. Naar het concessiegebied voornoemd zijn overgegaan in totaal 558 verbruikers, zoodat per saldo het aantal verbruikers van ons waterleidingbedrijf is verminderd met 423.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1933 | | pagina 234