HOOFDSTUK II.
Vermelding van de vergaderingen van den Armenraad, van
zijn Bestuur, en van het meest belangrijke der behandelde
zaken en uitgebrachte adviezen.
1Algemeene Vergaderingen.
Door den Armenraad werden vier vergaderingen gehouden, n.l.
30 Maart, 28 Juni, 20 September en 5 October.
In de vergadering van 5 October, aanvang van de zesde
4-jarige periode, werd het Bestuur gekozen (Leden en Plaats
vervangende Leden) alsmede de Voorzitter.
Door den Heer Burgemeester, die deze vergadering presideerde,
werd een woord van dank gebracht aan het aftredend Bestuur,
en een duidelijke uiteenzetting gegeven van het wezen en het
nut van den Armenraad. De Instellingen werd aangetoond, op
welke wijze zij met den Armenraad moesten samenwerken, ten
einde het organiseeren van de noodzakelijke bedeeling op de
juiste wijze tot stand te brengen, derhalve niet op losse schroeven
zou komen te staan, ten nadeele van den armen medemensch,
maar als het ware een hecht en stevig instituut zou vormen,
hetwelk de nood en ellende van onzen zoo moeilijken tijd kon
trotseeren.
Zijne Edelachtb. wenschte verder den Armenraad met het
nieuw gekozen Bestuur geluk en was er van overtuigd, dat onder
leiding van den nieuwen Voorzitter, het niet zou uitblijven, dat
de Armenraad van Breda zou uitgroeien tot het lichaam, dat de
Regeering wenschte te stichten, toen zij dit instituut in het leven
riep voor de groote plaatsen van ons Vaderland. Dat de Regeering
de werkzaamheden van den Armenraad te Breda ten zeerste
waardeert, is gebleken uit het feit, dat een der dames, Mejuffrouw
A. E. Scheuer, met een Ridderorde begiftigd werd. Spreker
wenschte ook van deze plaats mej. Scheuer geluk te wenschen
met die hooge onderscheiding, haar te beurt gevallen, en sprak
de hoop uit, dat zij nog lang en veel zal mogen arbeiden op
het terrein, dat haar als het ware dierbaar is geworden.
Spreker liet verder ten duidelijkste uitkomen, dat het goed
functioneeren van den Armenraad door hem op zeer hoogen
prijs zal worden gesteld, en dat het Bestuur van den Armenraad,
zoowel als die der Commissies, gevormd uit den Armenraad,
5