dat de rekening en verantwoording over i 932 door Burg. Weth. was goedgekeurd dat de begrooting 1934 ingediend moest worden dat door Burg. Weth. eenige aangevraagde collecten waren geweigerd (zie mededeeling hierachter). Besloten werd aan Burg. Weth. kenbaar te maken onze instemming betreffende de te verleenen subsidie aan de R. K. Vereeniging Bescherming voor Zuigelingen en Kleuters te Breda, en ingevolge de Armenwet, de gelden van den Armenraad te beleggen bij de Rijkspostspaarbank. In de algemeene vergadering van 20 September werd goed gekeurd het verslag van den Armenraad over 1932. Ingevolge ontvangen schrijven van den heer W. J. A. Loomans, meldende zijn bedanken als Voorzitter en Lid van den Armenraad, uit hooide van gezondheidsredenen, werd besloten hem dank te zeggen voor de diensten den Armenraad bewezen. In de algemeene vergadering van 5 October, gepresideerd door den Heer Burgemeester, werd medegedeeld, dat het aantal Bestuursleden van den Armenraad bepaald was op 5 dat het Burgerlijk Armbestuur en de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente van haar recht gebruik hadden gemaakt een Lid en plaatsver vangend Lid in den Armenraad aan te wijzenderhalve 3 Bestuursleden en 3 plaatsvervangende Leden moesten worden gekozen. De uitslag der stemming was, dat gekozen waren als leden: Mevr. Speijart van Woerden, de heeren B. Steggerda en J. C. J. Koehorstvoor plaatsvervangende Leden Mejuffrouw van Mens, de heeren Brooijmans en Smits. Alsnu werd overgegaan tot verkiezing van den Voorzitter van den Armenraad; met groote meerderheid van stemmen werd gekozen de Heer B. Steggerda. Deze werd door den Burgemeester geïnstalleerd en gelukgewenscht met zijn benoeming, alsmede de andere gekozenen. De nieuw gekozen Voorzitter, zijn functie aanvaardende, deed in een duidelijke rede uitkomen, dat het welzijn van den armen medemensch bij hem in zijn nieuwe functie een voorname factor zou zijnhiertoe vroeg hij de bij zondere medewerking van het Bestuur en van de Instellingen van Weldadigheid. De bestaande Commissies in den Armenraad met het daaraan verbonden zijnde Bestuur werden bij acclamatie herkozen. Met uitzondering van den Heer A. Maas, lid der 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1933 | | pagina 377