JAARVERSLAG van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst der gemeente Breda over het dienstjaar 1933, aan Burgemeester en Wethouders door den Directeur aangeboden volgens artikel 12 zijner instructie (Gemeentebl. 1928No. 447). Algemeene Beschouwingen. In 1933 hebben de bemoeiingen van den G.G. en G.D. zich over de geheele linie uitgebreid. Een eenvoudige vergelijking van de cijfers wijst dit aan. De hoofdoorzaak ligt in het gestadige accrès van onvermogenden en den financieelen achteruitgang van min vermogenden, die voor ziekenhuisopname en bijzondere behande lingsmethoden de hulp van de gemeente inroepen. De onderlinge samenwerking van het personeel van den dienst en de medewerking van specialisten, huisartsen, apothekers en tandartsen te Breda gaf reden tot tevredenheid. Dat de belangstelling voor den schoolartsendienst stijgende is, vooral bij de ouders, getuigen de cijfers van ten onderzoek komen de kinderen. Voor verdere bijzonderheden zie men de afzonderlijke hoofd stukken. Personeel. Dit bestond gedurende 1933 uit: Arts J. A. H. Hermans, directeur (in dienst getreden op 1 Fe bruari 1933); Arts C. J. M. Payens, waarnemend-directeur tot 1 Februari, gemeente-geneesheer, belast met de behandeling der armlastige patiënten; Dr. F. C. M. Hofman, gemeente-geneesheer in algemeenen dienst; Mej. Zuster E. Vriens, schoolverpleegster; Mej. Mol-Rakels, gemeente-vroedvrouw; Mej. v. d. Zwaan-Japin, gemeente-vroedvrouw;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1933 | | pagina 410