HOOFDSTUK IV. Arbeidsbemiddeling in de gemeente. Door werkgevers werden 530 mannelijke en 121 vrouwelijke arbeidskrachten aangevraagd, dit is resp. 84 meer en 3 minder dan in 1932. Hiervan werden achtereenvolgens 488 en 64 aan vragen voldaan. Het aantal inschrijvingen van mannelijke werknemers daalde van 7706 in 1932 op 7311 in 1933. Het aantal inschrijvingen van vrouwelijke werknemers steeg van 415 in 1932 tot 449 in 1933. (Zie bijlage I, II en III.) Bij gemeentediensten en bedrijven werden 259 plaatsingen ge boekt of 52 meer dan in het vorige jaar. Deze vermeerdering had voornamelijk betrekking op losse arbeiders en grondwerkers. (Zie bijlage IV.) De bemiddeling bij Rijks- en Provinciale diensten was niet noemenswaard. Het aantal aanbiedingen, aanvragen en plaatsingen is als volgt te splitsen: voldane aanbiedingen plaatsingen aanvragen aanvragen Mannen van 18 jaar en ouder - 6981 452 482 455 Mannen beneden 18 jaar 330 33 48 33 Vrouwen van 18 jaar en ouder 285 52 98 58 Vrouwen ben. 18 jaar 164 6 23 6 De bemiddeling in de groepen bouwbedrijven, metaalbewerking en arbeiders zonder bepaald beroep, steeg te samen met ongeveer 150 plaatsingen, terwijl het aantal plaatsingen in de groep ver keerswezen met ongeveer 80 daalde. Aan bemiddeling voor maatschappelijk minder geschikten werd nog niets gedaan. De Beurs is lid van de Ned. Vereeniging voor Onvolwaardige Arbeidskrachten (A.V.O.) en blijft daardoor op de hoogte van de bemoeiingen in zake arbeidsbemiddeling voor deze categorie van werknemers.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1933 | | pagina 471