59
,,zij de medewerking van het Gemeentebestuur, worden voortgezet.
..Het werk voornoemd, heeft ten doel aan jeugdige werkloozen
.gelegenheid te bieden, nuttig bezig te zijn, eenige teekenvaardig-
„heid te verkrijgen of deze te vermeerderen; door praktijk-oefe-
..ningen de geschiktheid te behouden of deze zich eenigszins eigen
,,te maken, om bij eventueele werkgelegenheid in het bedrijf weder
kom op de gewone wijze werkzaam te kunnen zijn; bij voldoende
„deelname en belangstelling tevens eenig algemeen ontwikkelend
„onderwijs en technische theorie te verstrekken.
„Naast de aldus gegeven ontwikkelingslessen werd ook eenige
„ontspanning gegeven, welke zoo mogelijk ook verruiming van
„inzicht ten doel had.
„Het spreekt vanzelf, dat de uitvoering van het aldus opgezette
„werk, voor allen nog nieuw, vroeger niet noodig, voor velen nog
„onbekend, in den beginne niet zoo vlot verliep als wellicht gedacht
„of gewenscht was.
„Zij, die het Comité ter zijde stonden voor de te geven lessen,
„voor leiding en toezicht, moesten zich geleidelijk inwerken, zich
„eigen maken met dezen nieuwen vorm van zoogenaamde vak
ontwikkeling of vakopleiding. Vakschoolopleiding mocht en kon
„het niet zijn, leerlingstelsel of werkplaatsopleiding evenmin en
„toch moest het ontwikkeling zijn, overeenkomstig doel en strek-
„king van het werk, ook met het oog op de te verkrijgen rijks- en
„gemeentelijke financieelen steun.
„Een tweede, en niet minder voorname factor voor het slagen
„van het nieuw begonnen werk, was vooral de mentaliteit en de
„soort van personen, de jeugdige werkloozen, die kwamen deel-
nemen. Uit den aard der zaak was het gehalte, de aanleg, de
„ontwikkeling, vakkennis, verscheidenheid van beroep, de ambitie
„om iets te leeren, te werken zonder daarvoor loon te ontvangen,
„enz., zeer uiteenloopend en daardoor moeilijk voor een rustige
„uitvoering van het werk, moeilijk voor de docenten, ook belemme
rend voor het verkrijgen van een bevredigend resultaat.
„Bovendien was bij velen deelnemers de liefhebberij voor ont
spanning, als kaarten, dammen, voetbal e.d. grooter dan nuttig of
„practisch bezig te zijn; dit hield ook verband met het al of niet
„vakman zijn van den deelnemer.
„Op het eind van 1932, toen het werk een zestal maanden in
„gang was geweest, was het Comité versterkt in zijn oorspronke
lijke meening, dat voor dergelijk werk een sterker en beter leiding
„van groot belang, zoo niet noodzakelijk moest worden geacht.
„Was het bij den aanvang van het werk niet mogelijk zulks naar
„wensch te verkrijgen, bij den aanvang van 1933 kwam het werk
„onder leiding van den oud-Directeur der Ambachtschool, die op
„1 Januari 1933 den schooldienst met pensioen verliet, nog wel
„eenige maanden dat directoraat zou blijven waarnemen, maar
„zich welwillend bereid verklaarde het hierbedoelde werk verder
