61
„ambachtslieden ;de niet ambachtslieden (losse werklieden e.d.)
„zijn dan handlangers of beoefenen huisvlijt of soortgelijk werk.
„De lessen worden gegeven: s morgens van 9 113^2 uur> s na~
„middags van 24j/£ uur; s Zaterdagsmiddags is het Tehuis
„gesloten, 's Morgens en 's middags een pauze van 10 a 15 mi-
„nuten; tijdens die pauze wordt den deelnemers een kop thee
„verstrekt en kunnen ze een pijp tabak rooken, een en ander wordt
„bekostigd uit een door bijdragen van particulieren gevormd fonds,
„waaruit ook alle andere ontspanningskosten worden bestreden. Dit
„is overeenkomstig de desbetreffende voorschriften: de verstrekte
„subsidie alleen te benutten voor ontwikkelings-doeleinden.
„Nu en dan wordt een paar uur ontspanning genoten in de
„vergaderzaal van „De Jonge \Merkman eenige malen werd een
„film vertoond, een geschikt onderwerp door een spreker behan-
„deld; het aantal uren per week voor ontspanning is evenwel eerder
„afnemend dan toenemend: men blijft blijkbaar liever aan den
„arbeid.
„De gegeven lessen omvatten: lijn-, vak- en handteekenen, boet-
„seeren, practijk in houtbewerking, zoowel timmerwerk als figuur-
„zaagwerk; dit laatste is bijzonder geschikt voor niet-vaklieden.
„Teneinde bij voldoende deelname ook metaalbewerkers gelegen
heid te kunnen bieden in hun eigen branche practisch te kunnen
„werken, is in behandeling genomen het inrichten van een werk
plaats voor bankwerkers. Dit is, zooals reeds vermeld, dank zij
„de medewerking van de Ambachtschool mogelijk geworden.
„Op die wijze is een magazijn gemaakt en ingericht voor het
„bergen van de onderscheidene hulpmiddelen.
„Was er in het begin van 1933 bevredigende belangstelling voor
„eenig Algemeen Ontwikkelend Onderwijs (taal, rekenen, e.d.),
„dit werd geleidelijk minder: einde 1933 was te voorzien, dat hier-
„mede niet kon worden doorgegaan, zoo de belangstelling niet
„vermeerderde. In 1934 zijn we met die lessen dan ook niet door-
gegaan, omdat de kosten te hoog zouden worden.
„Wanneer men leeftijd, verschil van aanleg, meer of minder ge-
„voel of behoefte voor dergelijke ontwikkelingslessen en zekeren te-
„genzin in „school'-lessen of studeeren zonder bepaald doel in
„aanmerking neemt, dan is het verklaarbaar, dat men niet vraagt
„naar dergelijk onderricht. Hier vooral blijkt, dat in het algemeen
„voor alle werk, in zonderheid voor leeren of studeeren, een prikkel
„noodig is. Deze ontbreekt in deze tijden van groote en algemeene
„werkloosheid.
„Hetzelfde valt op te merken ten opzichte van de theorie-lessen
„van meer technischen aard. Was het verklaarbaar bij de groote
„verscheidenheid van toehoorders inzake ontwikkeling, enz., dat
„de taak van den docent niet gemakkelijk was aller belangstelling
„te trekken, maar vooral gaande te houden, door de mutaties zoo
„wegens vertrek als anderszins, werd de belangstelling ook voor
