64
„en P. Gillis. Aan deze docenten werd een honorarium voor de
„door hen gegeven lessen uitgekeerd, berekend volgens 1.25 per
„gegeven lesuur, diet bedrag overeenkomstig ministerieele aan
wijzing.
„Het geheel staat onder leiding van den Heer B. Steggerda,
„oud-Directeur van de Gemeentelijke Nijverheidsscholen te Breda,
„die als zoodanig geen honorarium of salaris geniet.
„Verder is nog van dienst de concierge van het gebouw „De
„Jonge Werkman", die wegens de noodzakelijk vermeerderde werk
zaamheden een kleine vergoeding voor zijn werk ten bate van ons
„ontwikkelingswerk geniet.
„De kosten van dit ontwikkelingswerk over 1933 waren als volgt:
le kw.
2e kw.
3e kw.
4e kw.
Totaal
1. Salarissen leeraren of docent
f 509,36
f 288.73
f 419.98
f 456.25
f 1674.32
2. Concierge-diensten, schoonh.
59.50
55.95
52.75
52.—
220.20
3. Huur van het Gebouw
91.—
178.75
178.75
178.75
627.25
4. Verlicht., verwarm., watergebr.
253.56
12.94
6.70
83.54
356.74
5. Materialen, teekenbehoeften
117.20
129.96
6.68
80.24
334.08
6. Gereedschappen, leermiddelen
77.75
19.15
6.30
6.52
109.72
7. Druk-, advert.-, administratiek.
49.90
2.50
5.57
19,20
77.17
8. Huishoudelijke uitgaven
20.30
20.30
Totaal f 1158.27
f 708.28
f 676.73 f 876.50
f3419.78
„Er was het Comité voor 1933 een bedrag toegestaan tot een
„maximum van 5000,zoodat de uitgaven belangrijk beneden
„het toegestane bedrag zijn gebleven.
„Voor ontspanning is over 1933 door het Comité uitgegeven:
„lste Kw.: 113.09; 2e kw. 48.12; 3e kw. 19.28; 4e kw. 24.88;
„In totaal dus 205.37.
„Deze uitgaven werden bestreden uit een afzonderlijke kas, welke
„is verkregen door bijdragen van particulieren, die ons Comité
„wenschten te steunen in ons werk.
„Per 3 maanden werd een financieel rapport bij B. en W. inge
diend over het afgeloopen kwartaal, onder overlegging van de
„desbetreffende kwitanties van alle uitgaven. Ofschoon buiten
„subsidie-verband staande, werden ook de uitgaven vermeld ten
„behoeve van de ontspanning.
„Van de Gemeente werd welwillend een voorschot verstrekt,
„opdat wij regelmatig de salarissen konden uitbetalen en de inge
komen rekeningen voldoen."
