7 Het College van Burgemeester en Wethouders was op 31 De cember 1933 samengesteld uit de heeren: Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck, burgemeester, benoemd bij Koninklijk Besluit van 30 October 1918, no. 37, met ingang van 1 Januari d.a.v.; geïnstalleerd 2 Januari 1919; J. J. van Buitenen, loco-burgemeester en wethouder sedert 6 Sep tember 1927 (herbenoemd op 1 September 1931); Mr. E. L. H. M. van Mierlo, wethouder sedert 6 September 192 (herbenoemd op 1 September 1931); C. L. M. Brantjes, wethouder sedert 8 Juni 1932. Secretaris (sedert 1 November 1908): de Heer H. H. Jonkergouw. Ontvanger (sedert 1 Januari 1915): de Heer Mr. F. Th. H. Cerutti. Archivaris (sedert 15 Augustus 1925): mejuffrouw D. C. J. Mijnssen. De volgende vaste Commissiën waren ultimo December 1933 werkzaam: 1. de Commissie van bijstand in het beheer der Lichtbedrijven en Waterleiding, bestaande uit de heeren: C. L. M. Brantjes, wethouder, voorzitter; A. A. J. M. Loonen; Mr. J. Pleyte; A. Schrauwen; Secretaris: H. H. Jonkergouw, gemeente-secretaris. 2. de Commissie van bijstand in het beheer der Openbare Wer ken, bestaande uit de heeren: Mr. E. L. H. M. van Mierlo, wethouder, voorzitter; C. A. Crul; J. J. C. M. van Keep; H. W. Venker; Secretaris: P. van den Ende, commies ter Secretarie. 3. de Commissie van bijstand in het beheer der Gemeente- Reiniging, bestaande uit de heeren: C. L. M. Brantjes, wethouder, voorzitter; J. N. Kroone; A. Mabelis; H. J. van der Ven; Secretaris: H. W. Th. M. Goosen, commies-chef ter Secretarie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1933 | | pagina 9