32 geleken met 1933, van 4.82 tot 0.71. Bovendien zette zich de vlot tere verhuring der woningen van complex i., welk feit zich reeds in de 2e helft van 1933 kenmerkte, in 1934 voort, waardoor het percentage daalde van 2.60 tot 1.81. De eind 1933 verwachte ver mindering van het percentage onverhuurd van complex b. bleef ondanks de huurverlaging per I Januari 1933 over 1934 rchir r uit, terwijl het percentage zelfs steeg van 3.92 tot 13.09. Beslo ten werd daarom, ten einde dezen leegstand tegen te gaan, nogmaals tot huurverlaging over te gaan, waartoe dan ook door den gemeen teraad in zijne vergadering d.d. 6 December 1934, met ingang van 1 Januari 1935 werd besloten, waarbij de huurprijs met 60. per woning per jaar werd teruggebracht. Bij schrijven d.d. 21 December d.a.v. werd door het Ministerie van Sociale Zaken aan deze huurverlaging goedkeuring verleend. Te verwachten is, daar de nieuwe huurprijzen zich goed aanpassen bij die der particuliere woningmarkt, bij dit complex niet meer met zoo n grooten leeg stand zal zijn te kampen. De huurschuld der niet in dezen staat opgenomen woningen, zijnde 18 niet speciaal voor de volkshuisvesting bestemde wonin gen en de gesloopte noodwoningen aan de Sluisstraat en Wal- straat, bedroeg aan het einde van het verslagjaar 1692.36, waar van 1663.36 van voormalige huurders. Deze cijfers waren over 1933 resp. 1717,86 en 1673.86, zoodat hierbij niet van vooruit gang kan worden gesproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1934 | | pagina 119