Aangezien de voor 1934 geraamde begrooting voor dezen
dienst een totaalbedrag van f 46.470.aanwijst, is het totaal
der uitgaven dus f 3.845.20 beneden de begrooting gebleven.
Door de uiterste zuinigheid te betrachten en door de in voering
van een nauwkeurige administratie, waardoor een beter inzicht
werd verkregen, zijn wij tot deze bezuiniging kunnen komen.
Wel een bewijs, dat een doeltreffende administratie onontbeerlijk
is voor een goed beheer.
Mogelijke verdere versoberingen van den dienst worden steeds
in het oog gehouden.
De Directeur der Beplantingen,
C. M. VAN KOOLWIJK.
Breda, 10 Mei 1935.
