toehoorder voor alle vakken onder toezegging van leerlingschap na de Kerstvacantie, mits dan eenige tekorten zouden zijn in gehaald. De nieuwe cursus begon met 35 mannelijke en 44 vrouwelijke leerlingen en 1 toehoorder: 10 13 7 5 Klasse I II III IV V VI 11 mannelijke en 6 8 3 4 3 vrouwelijke, tezamen 21 leerl. 19 15 10 6 en 1 toehoorder. De lessen in het Hebreeuwsch volgden vanaf 1 September 2 m. en 2 vr. leerlingen in de Vde klasse en 2 m. en 1 vr. in de Vide klasse. In November vertrok 1 vr. leerling van klasse II wegens verandering van studie, in December 1 vr leerling van klasse III wegens verhuizing naar elders. De toehoorder in klasse VI werd, na aan de daartoe gestelde eischen te hebben voldaan, na de Kerstvacantie leerling. Leeraren. In April 1934 werd eervol ontslag verleend aan den leeraar in de Hebreeuwsche taal, Dr. M. C. van Mourik Broekman wegens zijn vertrek naar elders en in zijn plaats werd benoemd Dr. H. J. Toxopeüs. Wegens het bereiken van den pensioensgerechtigden leeftijd werd tegen het einde van den cursus eervol ontslag verleend aan den Rector van het Gymnasium, Dr. Niemeyer, die sinds 1926 het rectoraat aan het Gymnasium vervulde. In zijn plaats benoemde de Raad bij besluit van 30 Augustus Dr. Ph. L. Gunning tot opvolger. Dit verslag zou onvolledig zijn, bevatte het niet een woord van hulde en dank aan den Rector, die gedurende die jaren zijn geheele persoonlijkheid en zijn groote kunde gegeven heeft aan het Gymnasium en wiens groote verdiensten door het College van Curatoren en door hen, die met den Rector in aanraking kwamen, op hoogen prijs werden gesteld. Deze verdiensten werden herdacht in een met de opvattingen van den Rector strookend eenvoudig afscheid op 16 September in het door de leerlingen versierd gebouw, waar de scheidende Rector achter eenvolgens werd toegesproken door den President-Curator, Mr F. E Pels Rycken, den Burgemeester, Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck, den Conrector, Dr. Edie, Mej. E. T. M. Toxopeüs namens de leerlingen, den Directeur der Rijks Hoogere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1934 | | pagina 274