12
jaar tot ruim 7400,over 1934; het aantal betalenden en belang
hebbenden is naar evenredigheid hiermede gestegen. Wij komen
evenwel meer en meer tot de overtuiging, dat de meeste menschen
niet weten, dat er behalve de Rechterlijke Macht nog een Commissie
voor Onderhoudsplicht bestaat, welke zich belast om door minnelijke
schikking een gezamentlijke bijdrage van de kinderen (schoonkin-
deren) te verkrijgen, als bijdrage in het levensonderhoud hunner
Ouders. Wij zijn dan ook van meening, indien deze Commissie meer
daadwerkelijke steun door middel van de pers e.a. kon verkrijgen, het
bedrag der stortingen belangrijk opgevoerd kon worden, het Gem.
Armbestuur en de Instellingen van Weldadigheid in vele gevallen
niet meer of met minder behoefden te steunen. Wij zullen in 1935
dan ook pogingen aanwenden dit te bereiken.
In één geval hebben wij gecompareerd bij de Rechtbank alhier,
voor de ondersteuning van behoeftige Nederlanders in het Buiten
land te Arnhem. Eenige andere soortgelijke aanvragen hebben wij
echter moeten afwijzen, daar het den Secretaris wegens drukke
werkzaamheden en gebrek aan personeel, niet mogelijk was, hieraan
gevolg te geven.
HOOFDSTUK IVa.
1. Commissie voor de Voedselvoorziening 19341935.
Evenals vorige jaren werd ook in den winter 1934'—1935 warm
voedsel uitgereikt aan behoeftige gezinnen van alle gezindten. Er
werd door ruim 270 gezinnen van deze uitreikingen gebruik ge
maakt; er hadden 41 uitreikingen 1 extra uitreiking plaats, ieder
van 1000 porties; in totaal 42000 porties. De uitreiking ge
schiedde wederom in het R.K. Gasthuis aan de Leuvenaarstraat,
dank zij de zoo uitstekende zorgen van de Zusters van dit Gasthuis.
De controle, enz. werd verzorgd door de Commissie zelf, bijgestaan
door 20 dames en eenige Zusters van het Gasthuis.
De administratie voor dit werk werd verzorgd aan het bureau van
den Armenraad.
Aangezien het batig saldo zeer bescheiden was, heeft de Com
missie een collecte moeten houden met aanbieding eener inschrij-
vingslijst bij de ingezetenen van Breda. Hierbij waren behulpzaam
een 60-tal Dames en Heeren, voor wie geen moeite te veel was om
een bijdrage te verkrijgen. Hoewel de opbrengst der collecte in ver
gelijking met die van vroeger jaren begrijpelijkerwijze, tengevolge
van de moeilijke tijdsomstandigheden, belangrijk minder was, waren
wij toch geenszins ontevreden.
Een woord van dank aan al degenen, die op welke wijze dan ook,
hunne medewerking aan de Commissie verleend hebben, is hier zeer
zeker niet misplaatst.
2. Commissie tot bestrijding van den woeker.
Evenals het vorige jaar kon deze Commissie in 1934 niets ver-