24 o.m., dat de Raad 27 verzoekschriften behandelde betreffende ont zetting uit ouderlijke macht, van de voogd of voogdessen, e.d., waarbij 72 kinderen betrokken waren. Vermeld worden: 30 gevallen, inzake rechterlijke uitspraak, be treffende „ontzetting", waarbij 62 kinderen waren betrokken, waar van nog 4 gevallen met 10 kinderen in behandeling waren. Er kwamen 15 verzoeken in voor herstel der ouderlijke macht of voogdij, waarvan op 4 gunstig werd beschikt; op 10 verzoeken werd geen medewerking verleend. In het verslagjaar werden 5 gevallen behandeld, waarbij 11 min derjarigen voorloopig onder de zorgen van den Voogdijraad werden gesteld; betreffende 15 minderjarigen werd de ouderlijke macht voorloopig geschorst. Uit alle beschreven onderwerpen blijkt, dat de Voogdijraad zeer moeilijke gevallen had te behandelen, o.m. echtscheidingen, voogdij benoeming, onderzoek naar het Vaderschap, e.d. De werkzaam heden bij het Secretariaat namen dan ook belangrijk toe. Het werk van den Armenraad blijve steeds in Uwe belangstelling aanbevolen. Het Bestuur: B. STEGGERDA, Voorzitter. W. BRANDSEN, Secretaris. October 1935.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1934 | | pagina 300