8
40 gevallen van roodvonk (23).
9 diphtheritis (39).
2 meningitis cerebrospinalis epidemica (0).
1 geval paratyphus (gastro enteritische vorm) (0).
3 gevallen typhus abdominalis (2).
3 dysenteria baccillaris (1).
Van iedere, van den behandelenden geneesheer ontvangen aan
gifte van besmettelijke ziekte werd door den G.G. en G.D., even
als de vorige jaren, een kennisgeving doorgezonden aan den
geneesk. Inspecteur v. d. Volksgezondheid te Nijmegen, en den
Burgemeester dezer gemeente.
Indien er in het gezin, waarvan de besmettelijke zieke deel
uitmaakt, schoolgaande kinderen waren, werd bovendien volgens
art. 8 al. 1 der besmettelijke ziektenwet, aan de Hoofden der resp.
scholen en aan het geneeskundig Schooltoezicht het ziektegeval
bericht. De betreffende behandelende arts ontving na iedere aan
gifte een kaart, welke bij den G.G. en G.D. behoort ingezonden
te worden, zoodra de ziekte als afgeloopen kan worden beschouwd
en het besmettingsgevaar geweken. Wij mochten deze kaart in
51 van de 58 gevallen terugontvangen (1933 52 van de 66).
Vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten.
Het vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten geschiedde per
gemeentelijke ambulancewagen. Gedurende 1934 werden 17 patiën
ten (1933 30) per gem. ambulancewagen vervoerd naar de Gem
Barak voor besm. ziekten.
Gem. Barak voor besmettelijke ziekten.
In 1934 werden in de barak verpleegd
1 geval 2) van typhus abdominalis.
1 0) paratyphus (typheuse vorm).
12 gevallen (23) roodvonk.
7 (39) dyphtheritis.
8 erisypelas.
29 gevallen in totaal.
Aantal patiënten restant op 1 Januari 1934 1 (10).
Opgenomen gedurende 1934 28 (58).
Overleden 1934 2 5).
Ontslagen 1934 27 (62).
Restant op 31 December 1934 0 1).
Het aantal verpleegdagen in 1934 bedroeg: 808 (1423).
Van de 29 opgenomen patiënten kwamen 3 patiënten uit een
buitengemeente, n.l. 2 uit Princenhage en 1 uit Teteringen, waar-
