VERSLAG van den toestand der
Politie in de gemeente Breda over
het jaar 1934.
I. Samenstelling personeel en organisatie van den dienst.
Samenstelling personeel etc.
Het Politiepersoneel bestond op 31 December 1934 uit
een Commissaris van Politie,
een Hoofd-Inspecteur van Politie,
een Inspecteur van Politie le klasse,
vier Inspecteurs van Politie 2e klasse,
een Bureelambtenaar,
een Klerk,
twee Schrijvers,
drie Hoofdagenten-rechercheur,
vier Hoofdagenten-controleur,
twee en tachtig Agenten der le en 2e klasse, van wie drie met
de functie van waarnemend Hoofdagent-controleur waren belast.
Het in burgerkleeding dienstdoend personeel ontvangt daarvoor
vergoeding. Ook op de begrooting 1934 was een som ter beschik
king gesteld van den Burgemeester om in bijzondere gevallen
aan den dag gelegden dienstijver te beloonen.
Krachtens machtiging van Burgemeester en Wethouders (besluit
nr. V/1200 d.d. 23 Mei 1934) werd m. i. van 8 Juni 1934 tot en met
7 Juni 1937 de huur van 41 rijwielen gegund aan de firma H. M. L.
Leenders-Walhout alhier.
De levering van kleedingstukken voor de Inspecteurs en Agen
ten van Politie bleef opgedragen aan de firma Van Hal, uniform
kleermakerij alhier. De tot kleedingstukken te verwerken stoffen
worden met de fournituren volgens de aanbestedingsvoorwaarden
vooraf aan een deskundig onderzoek onderworpen.
Aan kleeding en uitrusting ten behoeve van de Politie waar
onder begrepen vergoeding voor schoeisel en handschoenen, het
aanschaffen van uitrustingsstukken en rijwielen alsmede het onder
houd van het motorrijtuig met zijspan werd over 1934, voor
zoover thans bekend, uitgegeven een bedrag van 14795,39 (in
1932 17734,26, in 1933 15450,62).
Sinds 1 Januari 1934 wordt ook op het inkomen van het Politie
personeel berekend naar den pensioengrondslag de volledige
korting ingevolge de Pensioenwet toegepast,