14
door leden van het politiepersoneel werd dezerzijds uitgeoefend.
Aan premiën voor het redden van drenkelingen werd in 1934
ƒ15 uitgekeerd. Voor menschlievend hulpbetoon werden geen
belooningen toegekend.
Het stemt tot voldoening, dat het personeel door eigen in
richting van een bibliotheek en de beoefening van de muziek en
de sport, welke vereenigingen alle reeds enkele jaren bestaan
en zich in een zekeren bloei mogen verheugen, blijk geeft van
een gezond streven naar ontwikkeling, hetgeen, waar mogelijk,
dezerzijds wordt bevorderd.
De Commissaris van Politie,
B. H. A. MIJJER,
BREDA, 29 April 1935.