6
regelen zijn getroffen, en eind 1933 de rundercrisismaatregelen,
beide een prijsverhooging en dus verbruiksvermindering ten
gevolge hebbend.
In den bovensten rechterhoek is een kleine, doch wel merkwaar
dige grafiek te zien. Ik heb het totaal-gebruik van het jaar gedeeld
door het aantal inwoners aan het eind van het jaar. Daardoor is
een getal verkregen, hetwelk men zou kunnen noemen het „vleesch-
gebruik per hoofd per jaar". Dit is niet geheel juist, daar er te
Breda ook nog vleesch wordt ingevoerd, waarvan een deel (per
postpakket!) valt buiten de controle; doch het geeft toch een aan
wijzing. Het is overigens verheugend hier vast te stellen, dat naar
verhouding weinig vleesch in Breda wordt ingevoerd, en dat daar
tegenover de grossiers toch ook nogal wat voor de buitengemeen
ten slachten.
Uit de kleine gafiek in de rechterbovenhoek blijkt, dat eind 1934
het vleeschgebruik belangrijk is afgenomen tegenover 1931, nadat
1932 en 1933 een goede vermeerdering had getoond.
Crisisslachtingen.
Ofschoon de crisismaatregelen het slachthuis nadeel brachten,
was er nog een lichtzijde aan verbonden. In het begin van het
verslagjaar slachtten n.l. de Hero en de Merka door tot in Mei.
Toen er in den winter 1934/'35 door de Crisis Rundveecentrale
150.000 runderen zouden worden geslacht, kwamen beide firma's
wederom in aanmerking voor het slachten; doch nu was hun week-
kwantum zeer veel grooter.
Ondanks de daaraan verbonden bezwaren aanvaardde het ge
meentebestuur dezen veel grooteren hoeveelheid tegen aanmerkelijk
lagere prijzen.
Dank zij de juiste samenwerking met deze firma's en de inten
sieve toewijding van het slachthuispersoneel werden aantallen tot
zelfs boven de 600 stuks per week op het slachthuis verwerkt.
Indien men nagaat, dat het slachthuis geprojecteerd was voor
maximaal 48 runderen per dag, dat de zeer inspannende Paasch-
drukte elk jaar 15 a 20 stuks meer bracht en dat er in deze periode
op één dag meer dan 140 stuks zijn geslacht, zonder veel overuren,
dan kan men wel begrijpen, welke zware eischen zijn gesteld.
Het personeel werd daarvoor uitgebreid met 2 dierenartsen, 1
monteur, 1 chauffeur en 3 jeugdige knechts. Inmiddels werd ook
met spoed overgegaan tot een zeer belangrijke uitbreiding van de