8 Voor deze invoerkeurig geldt een tarief van 3 cent per K.G., zoodat uit deze bron een belangrijke inkomst vloeit. Het is evenwe1 noodzakelijk, dat er zeer vele winkel- en werkplaatsinspecties plaats vinden, wil men deze inkomsten handhaven. De hoeveelheid ingevoerd vleesch is vergeleken met andere ge meenten niet bijzonder hoog. Toch is de neiging voor invoer groot in verband met het feit, dat de vroegere exportslachterijen een voorsprong hebben wegens minder kosten voor slachten en keuren ter plaatse. De rijksinvoerkeuring had een volgend verloop: 1931 1932 1933 1934 K.G. 55825 15709 3763 Keuringsbijzonderheden der gewone slachtingen. Cysticercus inermis. (blaasworm van den lintworm van den mensch). Bij de gewone slachtingen werd 93 X deze ,,fin" aangetroffen, waarvan in 25 gevallen de fin levensvatbaar was, het percentage was resp. 1 Yi en 0.4 Bij de crisisslachtingen was dit als volgt: in de eerste periode Jan.—Mei werd 16 X een aangetroffen (0.7 waarvan 2 levend (0.09 °/c) in de tweede periode van Nov.eind Dec. werd 86 X een aangetroffen (3,1 waarvan 10 levend (0,36%). Deze hoogere percentages zijn het gevolg van het feit dat in de le periode veel oude koeien werden opgeruimd, terwijl in deze periode hoofdzakelijk vaarzen en kalveren werden geslacht. In totaal werden bij 195 runderen cysticerci gevonden, en wel 107 X de uitwendige kauwspieren; 11 X inwendige kauwspieren; 90 X hartspier; - 2' X middenrif pilaren. Éénmaal werd 1 afgestorven fin gevonden in de musculus gracilis (zgn. binnendie), terwijl de praedilectie plaatsen vrij waren; één maal werden een 40-tal levende en afgestorven finnen gevonden in een (wegens t.b.c.) uitgebeend rund, terwijl in hart, middenrif en kauwspieren geen exemplaren werden gevonden. Voor het onderzoek op de levensvatbaarheid werd 39 X de galproef van Franke toegepast, waarbij 37 X de levensvatbaarheid werd aangetoond.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1934 | | pagina 358