HOOFDSTUK III. De toestand van en de gebeurtenissen op de arbeidsmarkt in de gemeenten Breda, Ginneken en Princenhage. De arbeidsbeurs te Breda neemt ingevolge een overeenkomst de agentschappen van de gemeenten Ginneken en Princenhage waar. Indien niet speciaal vermeld, geldt hetgeen in dit verslag in woord en cijfers is opgenomen voor de gemeenten Breda, Ginneken en Princenhage te samen. De werkloosheid was wederom grooter dan in het vorige jaar. De stijging van het aantal werkloozen was echter niet in die mate als in de jaren 1931 1932. Speciaal in de groep bouwvakarbeiders, metaalbewerkers en de groep losse- en fabrieksarbeiders nam het aantal werkloozen toe. Een klein aantal metaalbewerkers werd meermalen in het be trokken bedrijf opgenomen, doch telkens voor zeer korten tijd. Het zelfde kan worden gezegd van de bouwvakarbeiders en de losse arbeiders, hoewel deze wel eens voor langeren tijd werk vonden. De H.K.I. nam een aantal arbeiders op, doch deze werden na eenigen tijd weer ontslagen. Kwatta ontsloeg in het eerste halfjaar een klein aantal arbeiders, in hoofdzaak jongeren. De grootste werkloosheid heerschte in de groepen bouwnijver heid, houtbewerking, metaalnijverheid, verkeerswezen en arbeiders zonder bepaald beroep (losse- en fabrieksarbeiders). Het volgende overzicht geeft een vergelijking van het aantal ingeschreven mannelijke geheel werkloozen (van 18 jaar en ouder en beneden 18 jaar te samen) op het einde van de kwartalen, en het totaal aantal mannelijke geheel werkloozen (van 18 jaar en ouder en beneden 18 jaar) in de jaren 1929 tot en met 1934, gesplitst naar de gemeenten Breda, Ginneken en Princenhage. 6

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1934 | | pagina 384