steeg. Een grooter aanbod van dagmeisjes was de oorzaak van de
daling in de vraag om werksters.
Doordat het aanbod van goede dienstboden nog gering is, moest
een groot aantal aanvragen als niet-voldaan worden afgevoerd.
Het tekort aan opleiding en de arbeidsvoorwaarden zijn o.a. inder
daad een oorzaak, dat nog zoo weinig goede dienstboden of dag
meisjes beschikbaar zijn. Nog meer dan 30.000 Duitsche dienstboden
zijn in Nederland werkzaam. Deze buitenlandsche meisjes, die in
het algemeen zeer geschikte krachten zijn, zouden voor een deel
te vervangen zijn door Nederlandsche meisjes, indien deze een
goede opleiding zouden ontvangen en de diensten zelve wat aan
trekkelijker gemaakt werden. Speciaal is hier gedacht aan de
fabrieksmeisjes, die thans werkloos zijn en voor wie bij geschiktheid
voldoende gelegenheid tot plaatsing in de huishoudelijke diensten
aanwezig zou zijn.
Te Breda zijn dag- en avondcursussen voor dienstboden georga
niseerd, welke naar tevredenheid door daarvoor in aanmerking
komende meisjes worden bezocht. Met het bestuur van de R. K.
Vereeniging tot bescherming van meisjes en den R. K. Vrouwen
bond werd de mogelijkheid besproken om de meisjes die zoo'n
cursus hebben gevolgd, gedurende een bepaalden tijd huiselijke
diensten te laten verrichten bij particulieren als vervolg van den
cursus; dit met de bedoeling om het theoretische in de practijk
te brengen. Door de besturen werd toegezegd dit te overwegen.
Van de 402 aanbiedingen van vrouwen konden er 102 worden
geplaatst. Vorig jaar waren deze cijfers resp. 285 en 52, zoodat
in het verslagjaar 50 vrouwen méér werden geplaatst.
97 van de 359 aanvragen om vrouwelijke arbeidskrachten wer
den voldaan.
In 1933 werden 98 aanvragen ontvangen, waarvan er 58 werden
voldaan. Dit jaar een stijging van 39 voldane aanvragen. Ten aan
zien van het aantal aanvragen moet worden opgemerkt, dat een
aanvraag om 150 fabrieksarbeidsters, wegens een onverwacht tekort
aan te verwerken artikelen, werd ingetrokken.
BEMIDDELING JEUGDIGEN.
De bemiddeling van jeugdige werkkrachten begeeft zich even
eens in stijgende lijn, hoewel bij de jongens niet in die mate als
bij de meisjes. De meisjes vonden in hoofdzaak hun werk in de
huishouding als dagdienstboden. De onbekwaamheid van het
jeugdige meisje is ook hier dikwijls de oorzaak, dat zij niet in den