bestuur, de zittingen van het bureau bijwonen. Op deze wijziging
in het Huishoudelijk Reglement werd door den Zeer Eerw. Heer
van der Maden de Bisschoppelijke goedkeuring gevraagd en ver
kregen.
Door het plaatsen van een artikel in de plaatselijke bladen en
het ophangen van reclameschildjes op daartoe geschikte plaatsen,
werd getracht meer propaganda te maken voor het werk van het
Bureau.
In verband met den ernst der tijden werd voor 1934 aan onze
donateurs geen bijdrage gevraagd. Door het maken van de noodige
propaganda voor het Bureau stegen de kosten en bevond zich de
kas op het einde van het jaar in hulpbehoevenden toestand.
Bij de secretaresse kunnen gedurende de laatste 4 dagen der
week, boeken worden gehaald door de leden.
Van de gevallen waarin door ons Bureau voorlichting werd ge
vraagd, is aan 6 hiervan een definitief advies uitgebracht. Hiertoe
was noodig geneeskundig onderzoek en inlichtingen van hoofden
van scholen. Ter illustratie diene dat van de behandelde gevallen
aan 3 candidaten het gekozen beroep zoowel lichamelijk als gees
telijk geschikt werd geacht. Een jongen, welke marconist wenschte
te worden, werd hiervoor op grond van medisch onderzoek, onge
schikt geacht. Geadviseerd werd dezen jongen in den handel te
doen. Een ander, welke physisch en psychisch onvolwaardig werd
bevonden, werd verwezen naar het Bureau voor nazorg. Het laatste
geval betrof een meerderjarige, welke niet meer in de termen voor
Beroepskeuze viel. Advies werd gevraagd of hij geschikt geacht
werd voor handelsreiziger. Geadviseerd is het in ieder geval te
probeeren.
Op het einde van het verslagjaar werd door het bestuur een
bezoek gebracht aan het Bureau te Tilburg, welk Bureau onder
leiding staat van een deskundige op het gebied van Beroepskeuze
voorlichting en welk bureau uitstekend is geoutilleerd. De voorzitter
van het Bureau te Tilburg was zoo welwillend ons zijn diensten aan
te bieden voor moeilijk oplosbare gevallen. Naar alle waarschijnlijk
heid zal in 1935 dankbaar van dit aanbod worden gebruik ge
maakt.
Terugziende op het afgeloopen jaar, mogen wij dankbaar zijn.
dat het Bureau, ondanks de ongunst der tijden, haar werkzaam
heden, zij het in beperkte mate, heeft mogen voortzetten.
Laten wij de hoop uitspreken, dat mede door een goede propa
ganda, zoowel door artikelen in plaatselijke bladen, verspreiden
van reclameschildjes en steun van onze donateurs, het Bureau zijn
nuttig werk kan voortzetten. 23