46 De gemeente-begrooting dienst 1934 werd bij raadsbesluit van 28 De cember 1933 vastgesteld in ontvangsten en uitgaven op een bedrag van f 4.193.131,56 (gewone dienst) en f 334 633,(kapi- taaldienst) en goedgekeuid bij besluit van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 16 Mei 1934, G. no. 375. Bij raadsbesluit van 2 Februari 1934, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten d.d. 7 Februari 1934, G. no. 332, werd een geldleening aangegaan met de Hollandsche Sociëteit van Levens verzekeringen N.V. te Amsterdam op onderhandsche schuldbeken tenis tot een bedrag van 175.000 tegen den koers van 100% en een rente van 4%%, Ingevolge raadsbesluit van 30 Augustus 1934, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten d.d. 5 September 1934, G. no. 273, werd overgegaan tot conversie van een viertal geldleeningen, aange gaan met de Pensioenfondsen voor de Koloniale Landsdienaren en Locale Ambtenaren te 's-Gravenhage, namelijk 4^% (1926) oorspr. groot 462.000, restant 315.000 4(1927) oorspr. groot 576.500, restant 419.600 4%% (1927/1928) oorspr. groot 300.000, restant 288.000 4/^% (1930) oorspr. groot 750.000, restant 654.000 Totaal 1.676.600 in een geldleening, groot 1.685.025.12, tegen den koers 99l/2% en een rente van 4%, te sluiten met dezelfde instelling. Ingevolge raadsbesluit van 24 October 1934, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten d.d. 31 October 1934, G. no. 353, en 21 November 1934, G. no. 208, werd overgegaan tot conversie van een drietal geldleeningen, aangegaan met den Pensioenraad te 's-Gravenhage, namelijk 4J/2% (1928) oorspr. groot 570.000, restant 392.000 4)/2% (1928) oorspr. groot 1.500.000, restant 1.213.500 4^2% (1930) oorspr. groot 750.000, restant 588.500 Totaal 2.194.000 in een geldleening, groot 2.194.000, tegen den koers van 100% en een rente van 4)^%, te sluiten met dezelfde instelling. Ingevolge raadsbesluit van 24 October 1934, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten d.d. 31 October 1934, G. no. 352 en 21 November, G. no. 207, werd overgegaan tot conversie van een viertal geldleeningen, aangegaan met de Rijkspostspaarbank te Amsterdam, namelijk 4j/2% (1915) oorspr. groot 650.000, restant 231.000 4^8% (1925) oorspr. groot 1.775.000, restant 1.199.000 4^2% (1927) oorspr. groot 1.220.000, restant 1.001.250 5 (1932) oorspr. groot 1.000.000, restant 884.500 Totaal 3.315.750 in een geldleening, groot 3.315.750.— tegen den koers van 100% en een rente van 4met dezelfde instelling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1934 | | pagina 48