66
„geschiedde in samenwerking met het Ned. Genootschap tot zede
lijke verbetering van Gevangenen en het Leger des Heils.
„In 1934 werden door de celbezoekers 114 celrapporten inge-
„diend. De celbezoekers brachten in het afgeloopen jaar 408 cel-
„bezoeken (vorig jaar 413), waarbij bezocht werden 1641 cellen
„(vorig jaar 1524).
„Op 1 januari 1934 had de afdeeling zes voorwaardelijk in-
,,vrijheidgestelden en 1 voorwaardelijk uit een opvoedingsgesticht
ontslagene onder toezicht. Op 31 December bedroegen deze
„getallen resp. nog 2 en 2.
„Het aantal voorwaardelijk veroordeelden, dat op 1 Januari 1934
„onder toezicht stond, was 112 (v. j. 123); in 1934 werden onder
„toezicht gesteld 32 (v. j. 36); totaal dus 144 (v. j. 159). Op
„31 December 1934 stonden nog onder toezicht 93 voorwaarde
lijk veroordeelden.
„Verder stonden nog onder toezicht op 1 Januari 1934 19 per
sonen, die voorwaardelijk niet vervolgd werden, welk aantal op
„31 December 1934 17 bedroeg.
„In het geheel stonden dus bij den aanvang van 1935 onder
„toezicht der afdeeling
93 voorwaardelijk veroordeelden
2 voorwaardelijk in vrijheid gestelden
2 voorwaardelijk uit een opvoedingsgesticht ontslagenen
17 die voorwaardelijk niet vervolgd worden.
„114 personen in totaal (v. j. 138).
„Bij rechtsprekende colleges zijn ingediend 108 rapporten (v. j.
„96).
„Gedurende het jaar 1934 werden door den reclasseeringsambte-
„naar, den heer W. P. J. van Oirschot, 69 gevallen in behandeling
„genomen
„a. 2 gevallen voor plaatsing (niet geplaatst);
,,b. 56 gevallen voor indienen van rapport, waarvan 1 vervallen,
„10 uitsluitend voorlichting en 45 met advies (28 resultaat
„gelijkluidend aan advies, 8 resultaat niet gelijkluidend aan
„advies en 9 resultaat nog niet bekend);
„c. 11 gevallen van anderen aard, als onderzoek enz.
„Van bovenstaande gevallen werden aangebracht 46 door de
„rechterlijke macht, 12 door de instelling, 8 door den verdediger
„en 3 door den Rijksreclasseeringsambtenaar."
W erkloosheidsverzekering.
Voor mededeelingen hieromtrent verwijzen wij naar het verslag
van den dienst der Arbeidsbemiddeling en Werkloosheidsverzeke
ring, hetwelk als bijlage XXI achter dit verslag is opgenomen.
