34
Staat III geeft een overzicht van de huurinkomsten gedu
rende het verslagjaar.
Uit dezen staat blijkt, dat het percentage huurschuld -7- onge
acht het aan oninbare huur afgeschreven bedrag van f jL 12,50
met 0,15% n.l. van 0,62 tot 0,77% is toegenomen, hetgeen, de
slechte economische omstandigheden in aanmerking genomen,
niet ongunstig is te noemen.
Het percentage onverhuurd is met 0,38 gedaald, hetgeen
natuurlijk hoofdzakelijk te danken is aan de huurverlagingen bij
de complexen b t/m h. Hierdoor daalde het percentage onver
huurd van complex b dan ook van 13,09% tot 5,5%, terwijl
het zich laat aanzien dat deze verbetering zich over 1936 zal
voortzetten. Het percentage van complex e en dat van complex
h liep echter eenigszins op n.l. resp. van 0,71 tot 1,1 en
van 0,38 tot 0,74 Dit is te wijten aan het feit, dat bij com
plex e de bovenwoningen niet zoo< vlot verhuurbaar zijn daar
deze vanwege de constructie bij voorkeur alleen verhuurd worden
aan gezinnen zonder kinderen, terwijl bij complex h eenige wo
ningen, speciaal gebouwd voor groote gezinnen, langer dan nor
maal hebben leeggestaan, daar geen goede gegadigden aanwezig
waren.
De huurschuld der niet in dezen staat opgenomen woningen,
zijnde 21 niet speciaal voor de volkshuisvesting bestemde wonin
gen en de gesloopte woningen aan de Sluisstraat, Marksingel en
Walstraat, bedroeg aan het einde van het verslagjaar f 1.680,21,
waarvan f 1.648,36 van voormalige huurders. Deze cijfers waren
over 1933 resp. f 1.692,36 en f 1.663,36, zoodat hierbij niet van
vooruitgang kan worden gesproken.