5
meer interesse voor de studie. Tot haar voldoening heeft de com
missie intusschen vernomen, dat, door verlaging der tarieven, het
Sportfondsenbad het gebruikmaken der zwemgelegenheid dooi
de schoolkinderen zeer heeft vergemakkelijkt.
De resultaten, te dezer stede bij het Buitengewoon L.ü. bereikt,
zijn weer zeer gunstig te noemen. Het aantal leerlingen van de
avondschool voor oud-leerlingen verdubbelde, zoodat deze in een
ware behoefte blijkt te voorzien. Het hoofddoel, dat de Stichting
Nazorg hier beoogt, is niet: uitbreiding van kennen en kunnen,
maar invoering in het leven met zijn vaak onbegrepen harde ei-
schen. Jammer is, dat bij het aannemen van nieuwe leerlingen nog
heel wat bezwaren bij sommige ouders moeten „weggepraat"
worden. Maar de schoolbesturen dezer inrichtingen zijn dankbaar,
dat de meeste hoofden van scholen door hun juist optreden hierbij
ten zeerste behulpzaam zijn.
De commissie juicht toe, dat het onderwijs in „veilig verkeer"
op sommige scholen is ingevoerd.
Met groote waardeering voor het werken van het geneeskundig
schooltoezicht in onze gemeente, zou de commissie gaarne zien,
dat het geneeskundig onderzoek der leerlingen meer dan driemaal
gedurende de zes of zeven schooljaren plaats had, waarbij dan
in het bijzonder gedacht wordt aan de zoo noodige mondverzor-
ging-
HOOFDSTUK IV.
Van de Commissie van Toezicht.
Gedurende dit verslagjaar had in onze commissie slechts één
wijziging plaats. Onze voorzitter, de heer J. W. Broers, bedankte
om gezondheidsredenen als lid der commissie. Dat de heer Broers,
die zulk een warm hart toonde voor het onderwijs en die zooveel
voor de commissie deed, op doktersadvies zijn functie moest neer
leggen, betreuren wij ten zeerste. Het is ons daarom een behoefte,
ook van deze plaats den oud-voorzitter dank te brengen voor het
vele goede, dat hij steeds in het belang van het kind, het onder
wijs en onze commissie heeft gedaan.
Als lid werd in zijn plaats benoemd de heer J. D. Albarda.
Tot voorzitter werd gekozen de vroegere vice-voorzitter, de heer
Mr. F. Suijs, en diens functie wordt thans bekleed door den heer
A. J. M. van Gulick.
De Raad heeft verder herbenoemd de heeren W. J. H. Claes
en B. C. Schulte.