6 le. Het oordeel van den Armenraad over haar werk. 2e. Het oordeel der instellingen over het werk van den Armen raad. 3e. Wat denken B. en W. over het werk van den Armenraad. Door den Voorzitter werden deze drie punten uitvoerig toege licht, vanaf het eerste stadium tot de huidige positie van den Armenraad, alsmede de verwikkelingen en moeilijkheden, waarmede de Armenraad te kampen heeft en hoe deze ontstaan zijn. Duidelijk komt hierin uit, dat ondanks de vele moeilijkheden, de Armenraad zich toch meer en meer ontwikkelt en groote activiteit vertoont. Op de vraag, hoe denkt gij aanwezigen over het nut van den Armenraad, werd algemeen verklaard, dat de Armenraad in Breda zijn plaats moet behouden, zoowel in het belang van de algemeene armen, alsook in het belang der Instellingen van Wel dadigheid. Aangezien eenige vertegenwoordigers van Instellingen eerst nog met hun voltallig Bestuur wenschten te spreken over deze belang rijke punten, werd besloten het Bestuur te machtigen tot het uit schrijven van een „referendum". Aangezien de besprekingen in voornoemde vergadering, alsmede het te houden referendum, het al of niet voortbestaan van den Armenraad betreffen, is hierbij opgenomen het antwoord aan B. en W. van Breda, krachtens vergadering- en referendum-besluit. „Naar aanleiding van het bij Uw College ingekomen schrijven „van de Algemeene Armencommissie te 's Gravenhage, dato 12 „Juli 1935, welk schrijven 19 Juli d.a.v. aan den Armenraad om „advies is gezonden, heeft het Bestuur van den Armenraad de eer „Uw College met onderstaande van bericht en advies te kunnen „dienen. „Waar de Algemeene Armencommissie het oordeel van de in stellingen van Weldadigheid ten opzichte van den Armenraad „wenscht te vernemen, alsook hoe de Armenraad zelf denkt over „zijn beteekenis tegenover die instellingen, heeft het Bestuur ge- „meend een algemeene vergadering van den Armenraad te moeten „uitschrijven, teneinde een uitspraak te verkrijgen omtrent voor noemde principieele vraagpunten. „De algemeene vergadering heeft plaats gehad op Donderdag „25 Juli j.l., 's avonds te 7}/^ uur in het lokaal boven het bureau „van den Armenraad; van de 37 instellingen van weldadigheid in „den Armenraad vertegenwoordigd, waren een 20-tal ter verga dering aanwezig. „Na behandeling van eenige algemeene zaken, o.m. de begroo- „ting 1936, had een zeer geanimeerde gespreking plaats over het- „geen door de algemeene armencommissie werd gevraagd, welke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1935 | | pagina 310