7 „vragen zeer duidelijk op de toegezonden vergadering-agenda waren „vermeld. „Alle aanwezigen waren van meening, dat de Armenraad als „centrale" van de instellingen van weldadigheid, zoo eenigszins „mogelijk, behouden moest blijven; een centraal verband van de „armenzorg-organen van veel belang werd geoordeeld voor een „goede en doelmatige hulpverleening; het ongewenscht zoude zijn, „indien wederom elke instelling los van de overige plaatselijke in stellingen, de armenzorg behartigde. „Teneinde in deze een algemeene uitspraak te verkrijgen, werd „met aller instemming besloten een „referendum" te houden onder „de 37 instellingen bij den Armenraad vertegenwoordigd, nog te- „meer waar eenige afgevaardigden geen mandaat meenden te heb- „ben namens hunne instelling te beslissen in deze principieele aan gelegenheid. „Dientengevolge werd door het Bestuur het volgende schrijven „verzonden: Aan de Instellingen van Weldadigheid vertegenwoordigd in den Armenraad. „L.S., „Ingevolge het besluit van de Algemeene Vergadering van den „Armenraad, gehouden 25 Juli 1935, hebben wij de eer U mede „te deelen: „1. dat de vergadering unaniem van oordeel was, dat een goed functioneerende Armenraad van groot belang wordt geacht voor de algemeene Armenverzorging en dat derhalve het voortbestaan van den Armenraad door allen noodzakelijk werd verklaard; „2. dat men eenstemmig van oordeel was, dat het hier een be langrijk besluit betrof, in verband met het aan Burg. en Weth. uit te brengen advies omtrent het van de „Algemeene Armen- commissie" te 's Gravenhage ingekomen schrijven te dien op zichte, alle bij den Armenraad vertegenwoordigde instellingen zich met dit vergaderings-besluit accoord verklaren en dit te bevestigen door het teekenen van het hierbij ingesloten for mulier; aldus een uitspraak bij „referendum" van alle aange sloten instellingen; „3. dat men vóór 1 Aug. a.s. het formulier, geteekend door het lid of door Voorzitter of Secretaris namens de instelling, moet inzenden aan het bureau, waarvoor dienst-enveloppe is bij gevoegd;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1935 | | pagina 311