13 verricht moet worden, alsmede van de diensten in den loop der jaren bij den Armenraad ingesteld ten bate van het algemeen belang. Waar de inrichting economisch moet zijn, in den tegen- woordigen tijd nog meer dan vroeger, moet de werkzaamheid van den Armenraad zich beperken tot zijn werkelijke taak: op bevredigende en doelmatige wijze uit te voeren, hetgeen door de instellingen kan en mag gevraagd worden in het be lang eener goede armenverzorging, alsook datgene wat in Armenwet als anderszins omtrent de taak van den Armenraad is bepaald. De huisvesting van den Armenraad is thans op bevredi gende wijze geregeld, zoodat alleen is te denken aan: de uitvoering eener correcte administratie, inzonderheid ten be hoeve der „onderhoudsplicht": het verstrekken van gezins inlichtingen, zoowel aan de instellingen ter stede als aan Armenraden en Maatschappelijke Instellingen elders; de uit voering van het daaraan verbonden onderzoek (informatie dienst): de behandeling van officieele tabellen en andere be scheiden; bijwerken van de onderscheidene dossiers en het kaartsysteem, alsmede de verdere te voeren correspondentie. Een en ander moet onder goede leiding worden uitgevoerd, waarvoor, overeenkomstig wettelijke voorschriften en overeen stemmende bepalingen, de door het Rijk gesalarieerde Secre taris is aangewezen. Het Bestuur heeft reeds meermalen in eenige rapporten Uw College op het belang van een en ander gewezen en meenen wij de eerstgestelde vraag door voorgaande uiteenzetting vol doende te hebben beantwoord. Antwoord op vraag b. Ofschoon de Armenraad uit den aard van zijn instelling als centraal informatie-bureau voor de instellingen van weldadig heid was bedoeld, dit in de meeste plaatsen ook is geworden, is te Breda door allerlei omstandigheden een daarvan afwij kende toestand ontstaan. Bij het Burgerlijk Armbestuur, vol gens wettelijk voorschrift ook vertegenwoordigd in den Ar menraad, is een eigen informatiedienst ontstaan, waarvoor het benoodigde personeel door de Gemeente werd aangesteld. De overige instellingen van weldadigheid, op eigen midde len ingesteld, waren aangewezen op hun „centrale", die hen datgene moest verstrekken wat noodig was voor een goede Armenverzorging, geheel overeenkomstig de bedoeling van den wetgever. De onvoldoende huisvesting en outilleering van den Armen raad alhier, alsook andere omstandigheden, waren oorzaak, dat die centrale zorg, c.a. wel te wenschen overliet, het Bur-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1935 | | pagina 317