14 gerlijk Armbestuur wèl goed geoutilleerd, zoowat voor Armen raad begon te fungeeren, een en ander niet in overeenstem ming met de Armenwet. Dit is dan ook mede oorzaak, waarom het wellicht moeilijk zal zijn, evenwel niet onmogelijk, nu de Armenraad sedert Oct. 1935 geheel zelfstandig is geworden, tot de juiste en wettelijke vorm inzake de informatiedienst terug te keeren. Het B. A. is nu eenmaal ingesteld op een eigen informatie dienst, men wenscht dat te behouden en meent, dat het moei lijk anders geregeld kan worden. Het Bestuur van den Armenraad kan zulks begrijpen, het is menschelijk; toch is een centrale regeling o.i. zeer wel mogelijk, indien het meer universeel werd beschouwd in het belang van alle instellingen. De overige 36 instellingen, die van een „centrale" datgene wenschen te verkrijgen, wat het B. A. als Gem. Instelling zelf kan verzorgen, hebben door hun „referendum" te kennen gegeven, dat zij niet alleen prijs stellen op het behoud van die centrale, maar ook, dat deze voor hen op bevredigende wijze datgene kan uitvoeren, wat tot de taak van den Armen raad behoort, derhalve de centrale informatiedienst voor hen moet zijn. Het Bestuur is van meening, dat tot een behoorlijke outil leering van den Armenraad behoort een informatiedienst voor de hier bedoelde 36 instellingen, zoodanig ingericht, dat op bevredigende wijze aangevraagde gezins-inlichtingen onder zocht en beantwoord kunnen worden; derhalve actief wer kende hulp van voldoende sterkte. Het Bestuur is van meening, dat een zoodanige regeling op economische wijze is in te stellen. In de vergadering van 13 November wordt behandeld: de te geven antwoorden op de vragenlijst, verstrekt in de vergadering van Secretarissen van Armenraden op 8 November 1935, welke vragenlijst van groot belang wordt geacht voor de vergadering van de Algemeene Armencommissie op 18 November, waar besproken zal worden het advies inzake opheffing Armenraden. Hierna wordt nog besproken het verzonden antwoord aan B. en W., als vermeld bij de vergadering van 4 September; na een uitvoerige beschouwing omtrent de positie van den Armenraad op dit oogenblik en in de naaste toekomst, wordt de vergadering ge sloten. III. Vergaderingen van Commissies uit den Armenraad. a. Commissie voor de Onderhoudsplicht. Door deze Commissie werden 3 vergaderingen gehouden, n.I. op 5 Juli, 12 September en 7 November.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1935 | | pagina 318