2
Gerekend naar het bij de nog in 1935 vigeerende verordening
vastgestelde aantal Agenten le en 2e klasse bestonden op 31
December 1935 3 vacatures voor Agent van Politie.
Eervol ontslag werd verleend: met ingang van 1 Januari 1935
aan den Hoofdagent-controleur P. van der Heiden, wegens liet
bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd, verder met inging
van 16 Januari 1935 aan den Schrijver bij de Politie Th. Bots
wegens zijn benoeming tot Inspecteur van Politie-titulair te Heerlen
en met ingang van 1 Juli 1935 aan den Agent van Politie le
klasse H. Moeliker wegens het bereiken van den pensioengerech
tigden leeftijd, terwijl de Agent van Politie le klasse M. Kloppen
burg op 5 Augustus 1935 overleed.
Met ingang van 1 Januari 1935 werd bevorderd tot Hoofdagent
van Politie-contróleur, de Agent van Politie le klasse L. J. Voogt,
terwijl met ingang van 1 Februari 1935 werd aangesteld tot hulp
schrijver J. M. M. Blokdijk te Breda.
Bovendien werden bevorderd tot Agent van Politie le klasse:
met ingang van 1 Februari 1935 de Agenten van Politie 2e klasse
H. de Vries, K. Berrevoets, F. Zweedijk, G. van der Meij, j. M.
Rondel, J. Veurink en K. de Roo; met ingang van 1 Mei 1935
'de Agent van Politie 2e klasse R. Vos en met ingang van 1 October
1935 de Agent van Politie 2e klasse A. O. van Bruggen.
Het in burger-kleeding dienstdoend personeel ontvangt daarvoor
vergoeding. Ook op de begrooting 1935 was een som ter be
schikking gesteld van den Burgemeester om in bijzondere gevallen
aan den dag gelegden dienstijver te beloonen.
De huur van 41 rijwielen bleef gegund aan de firma H. M. F.
Feenders-Walhout, alhier.
De levering van kleedingstukken voor de Inspecteurs en de
Agenten van Politie bleef opgedragen aan de firma Van Hal,
uniformkleermakerij alhier. De tot kleedingstukken te verwerken
stoffen worden met de fournituren volgens de aanbestedings
voorwaarden vooraf aan een deskundig onderzoek onderworpen.
Aan kleeding en uitrusting ten behoeve van de Politie waar
onder begrepen vergoeding voor schoeisel en handschoenen, liet
aanschaffen van uitrustingstukken en rijwielen, alsmede het onder
houd van het motorrijwiel met zijspan werd over 1935, voor
zoover thans bekend, uitgegeven een bedrag van f 9.300,50
(f 14.820,39 in 1934 en f 15.450,62 in 1933).
Behalve de volledige korting ingevolge de Pensioenwet, werd
vanaf 1 Januari 1935 op de salarissen van het Politie-personeel
een tijdelijke korting van 3 toegepast.