HOOFDSTUK III. De toestand van en de gebeurtenissen op de arbeidsmarkt in de gemeenten Breda, Ginneken en Princenhage. De arbeidsbeurs te Breda bleef ingevolge de overeenkomst de agentschappen van de gemeenten Ginneken en Princenhage waar nemen. Indien niet speciaal vermeld, geldt hetgeen in dit verslag in woord en cijfers is opgenomen voor de gemeenten Breda, Gin neken en Princenhage te samen. De algemeene toestand op de arbeidsmarkt was in het verslag jaar weer ongunstiger. Steeds zagen we vermindering van perso neel, waardoor toename der werkloosheid. In het eerste halfjaar werden een aantal sigarenmakers (Genta) en metaalbewerkers (Etna) tijdelijk ontslagen. Bijna elke week werden arbeiders, komende van de Holl. Kunstzijde Industrie, als werkloos ingeschre ven, waarbij weken van 26, 9 en 7. De Kwatta-fabrieken werkten vrij regelmatig door. Een zeer groote mutatie was er bij de bouwvakarbeiders en metaalbewerkers. Velen van deze arbeiders werkten telkens een korten tijd. De absoluut grootste werkloosheid heerschte in de groepen on geschoolde arbeiders (voor een belangrijk deel fabrieksarbeiders), metaalbewerking en bouwbedrijven. Het volgende overzicht geeft een vergelijking van het aantal ingeschreven mannelijke geheel werkloozen (van 18 jaar en ouder en beneden 18 jaar te samen) op het einde van de kwartalen, en het totaal aantal mannelijke geheel werkloozen (van 18 jaar en ouder en beneden 18 jaar) in de jaren 1929 tot en met 1934, gesplitst naar de gemeenten Breda, Ginneken en Princenhage. 5

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1935 | | pagina 434