ARBEIDSBEMIDDELING VOOR JEUGDIGE ONDERWIJZERS/ONDER
WIJZERESSEN.
In verband met de zeer geringe mogelijkheid, welke voor vele
jeugdige onderwijzers in de naaste toekomst zal bestaan om bij
het onderwijs te worden geplaatst, en welke het wenschelijk maakt,
dat door hen wordt getracht in andere richting een bestaan te
zoeken, werd in een circulaire aan de betrokkenen de aandacht
gevestigd op den dienst der arbeidsbemiddeling. Het initiatief
hiertoe ging uit van den Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, die in deze overleg pleegde met den Minister
van Sociale Zaken. Meerdere onderwijzers en onderwijzeressen
deden zich naar aanleiding hiervan inschrijven bij de arbeidsbeurs.
Plaatsingen bleven evenwel uit; bij de onderwijzeressen voor een
belangrijk deel door uiterst geringe geneigdheid anderen arbeid
te aanvaarden, dan die welke eenigermate overeenkomt met hun
eigenlijk beroep.
INSCHRIJVING WERKSTERS.
Op ministerieel voorschrift werden de vrouwen en dochters van
gesteunde werkloozen, voor zoover daarvoor geschikt, verplicht
zich bij de arbeidsbeurs als werkster te doen inschrijven. Vandaar
eenige toename van het aanbod van werksters; wegens de afge
nomen vraag naar werksters echter van geringe beteekenis.
VERKEERSTELLING.
Op verzoek van den Rijkswaterstaat werd door de arbeidsbeurs
te Breda medewerking verleend tot het aanwijzen van personen
ten behoeve van de in 1935 gehouden verkeerstelling. In totaal
werden 134 tellers gevraagd.
De uitbetaling had plaats door het steunbureau, Houtmarkt 11
De hiervoor benoodigde gelden worden van het Rijk terug ont
vangen.
ADMINISTRATIE.
In de praktijk der bemiddeling werd in toenemende mate hinder
ondervonden van adresveranderingen, welke door de betrokken
werkzoekenden niet ter kennis van de beurs waren gebracht. Een
massaal onderzoek, zich uitstrekkende over alle ingeschrevenen,
10