komt het hiervoor besprokene wel tot uiting. Voor de bemiddeling
is de stijging (ook de plaatsingen namen met 20 toe tot 83) uiter
aard verblijdend. Ook hier nam de bemiddeling voor fabrieksarbei
ders toe, waarbij evenals bij de bemiddeling voor de ouderen
de agentschappen medewerkten.
MEISJES.
Het aantal plaatsingen van meisjes sprong hier van 50 op 129.
Aandeel in deze sprong had de groep huiselijke diensten met een
toename van 37 en de groep fabrieksarbeidsters met een vermeer
dering van 40. Voor eerstgenoemde groep werden 72 plaatsingen
genoteerd als dienstbode en (vooral) als dagmeisje. Verheugend
is, dat een belangrijk deel van de aankomende meisjes, die niet meer
in de fabrieken hun weg konden vinden, door tusschenkomst der
arbeidsbeurs in een dienstbetrekking konden worden geplaatst.
De ondervinding heeft geleerd, dat deze plaatsingen behoudens
enkele uitzonderingen ook stand hielden, zoodat de hierge-
volgde werkwijze der beurs, in 1934 aangevangen, zeker niet zon
der succes is te achten, terwijl de opgedane ervaring niet zal na
laten in volgende jaren vrucht te dragen. Ten slotte konden de
agentschappen der arbeidsbemiddeling ook bij de bemiddeling van
fabrieksmeisjes hun tusschenkomst verleenen.
BEMIDDELING VAN BIJZONDEREN AARD.
Aan bemiddeling van maatschappelijk minder geschikten werd
niets gedaan. De tijdsomstandigheden leenen zich hiertoe uiteraard
zeer weinig. Niettemin bleef de beurs lid van de vereeniging
A.V.O. (arbeid voor onvolwaardigen)
BEMIDDELING IN BEPAALDE BEDRIJFSTAKKEN.
De bemiddeling in de bouwbedrijven nam toe; evenzoo maakte
de metaalnijverheid meer gebruik van de diensten der arbeidsbe
middeling. Zooals reeds elders opgemerkt, werd de bemiddeling
van fabrieksarbeiders bevorderd door het inschakelen van de or
ganen der arbeidsbemiddeling ten behoeve van verschillende sei-
zoenbedrijven (Suikerfabriek, Hero-conservenfabrieken)Voor
het overige wordt verwezen naar de bijlagen.
BEMIDDELING VAN OVERHEIDSINSTELLINGEN.
Deze valt voldoende af te leiden uit de bijlagen.
13