1933 1934 1935
Steunuitkeeringen359.025,33 343.866,81 447.862,7s1)
(Kerstgaven inbegrepen.)
Brandstoffentoeslag 10.901,30 11.427,36 15.695,12
TOTAAL: 369.926,63 355.294,17 463.557,90
Rijkssubsidie148.923,20 99.857,81
Kerstgaven2.345,90 2.792,52 2.672,352)
1) Als ongunstige factor is hierbij inbegrepen een bedrag van
2.280,56, uitgekeerd aan tewerkgestelden op de Werkver
schaffingen wegens vorstverlet en stopzetting. In het le kwar
taal 1935 werd nog 1.879,37 uitgekeerd in de zgn. vorst-
steunregeling, welk bedrag onder „Werkverschaffing'' voor
komt.
In den vervolge wordt vorstverlet echter door Steunregeling
in normale steunuitkeering betaald.
2) In 1934 bedroegen de kerstgaven 35 van steunuitkeering,
thans 25
b. De Rijksbijdrage voor 1935 wordt bepaald uit de verhouding
uitgaven steunverleening en belasting-opbrengsten. Een verhooging
van de steunuitkeeringen heeft ook tengevolge een verhooging der
Rijksbijdrage, zoodat uiteindelijk de meerdere lasten voor de ge
meente tengevolge van de stijging van het aantal steuntrekkenden
voor een groot gedeelte gedekt worden door meerdere subsidie.
c. Overzicht:
Gemiddeld aantal Steunuitkeeringen;
steuntrekkenden. zonder brandstoffentoeslag.
1928
h
ON
O
"l
1929
13.199,35
1930
21.951,34
1931
69.872,72
1932
253.699,31
1933
500
359.025,33
1934
600
343.866,81
1935
850
447.862,78
WERKVERSCHAFFING.
I. ALGEMEEN.
Het gemiddeld aantal geplaatsten bedroeg 80, allen op de Ge
meentelijke Werkverschaffingen (in 1935 geen Centrale Werk
verschaffing).
23