3
II. Uitsluiting van steunregeling.
Er werden 65 steuntrekkenden voorkorteren of langeren termijn
uitgesloten van steun of als ongeorganiseerden beschouwd, vol
gens onderstaande specificatie:
1933 1934 1935
Verzwegen inkomsten en onjuiste opgaven 13 38 20
Verzwegen spaargelden1
Werk weigeren1 5 6
Dronkenschap 16 22 12
Stempelen tijdens werken2 11
Smokkelen4 15
Opstandigheid2
Contributieschuld geroyeerd1
30 74 65
III. Overzicht steunver 1 eening.
Reeds na het le kwartaal 1935 kwam tot uiting, dat het aantal
steuntrekkenden gemiddeld ongeveer 200 meer bedroeg dan in
1934, waardoor een nieuwe raming van de benoodigde gelden
noodzakelijk werd, terwijl in October nogmaals een nieuwe raming
noodzakelijk werd.
De oorspronkelijke raming voor 1935 was f 320.000,voor
steunverleening en f 71.000,voor werkverschaffing. Het eerste
bedrag werd eerst verhoogd tot f 449.000,en in October tot
f 455.000,—.
De daling tengevolge van de periode, waarin van de werkloo-
zenkas getrokken werd (Januari en Juli), was gering. In Juli en
Augustus was het aantal steuntrekkenden het laagst (ongeveer 700
gemiddeld). In September had evenals in het vorige jaar een
stijging plaats en ondanks de campagne aan de Suikerfabriek bleef
het aantal nieuwe aanvragen om steun stijgen, om evenals in de
vorige jaren in de laatste twee weken van het jaar tot een maximum
te geraken. Voornamelijk bij de metaalbewerkers, doch
ook bij de bouwvakarbeiders is het aantal steuntrekkenden toe
genomen.