HOOFDSTUK II.
Vermelding van de vergaderingen van den Armenraad, van zijn
Bestuur, van het meest belangrijke der behandelde zaken en uit
gebrachte adviezen.
I. Algemeene Vergaderingen.
Door den Armenraad werd 1 Algemeene Vergadering gehouden,
n.l. de „slot'' vergadering, op 14 April, waarvan de notulen in
haar geheel overgenomen zijn.
Algemeene Vergadering van den Armenraad op Dins
dag 14 April, 's avonds 8 uur, in een der benedenzalen
van het Stadhuis.
Aanwezig waren de vertegenwoordigers van 21 Instellingen, ter
wijl 8 Instellingen bericht van verhindering hadden gezonden. Ver
der waren aanwezig de Edelachtbare Heer Burgemeester Mr. Dr.
W. G. A. van Sonsbeeck, Wethouder Mr. van Mierlo, Gemeente-
Secretaris Mr. van Woensel en Mr. L. W. Smit.
Na een openingswoord van den Voorzitter, waarin hij de aan
wezigen, in het bijzonder voornoemde autoriteiten hartelijk welkom
heet, geeft de Voorzitter het -woord aan den Secretaris, teneinde de
notulen der vorige vergadering te lezen; deze worden na voorlezing,
met dank aan den Secretaris voor de samenstelling, door de ver
gadering goedgekeurd.
Hierna wordt door den Voorzitter de rekening en verantwoor
ding over 1935 behandeld, welke inmiddels bij Burgemeester en
Wethouders is ingediend; er wordt een verklaring gegeven om
trent de uitgaven, alsook waarom de begrooting werd overschreden;
de rekening en verantwoording wordt door de vergadering goed
gekeurd.
Nu volgt punt 3 der agenda, n.l. diverse mededeelingen. Aller
eerst wordt gememoreerd het opheffingsbesluit van den Armenraad
en voorlezing gedaan van het desbetreffend Koninklijk Besluit, het
begeleidend schrijven van den Minister, alsmede van het eervol
ontslag verleend aan den Secretaris.
De Voorzitter deelt mede, dat het jaarverslag 1935, waarvan
eenige „drukproeven" op de vergadering aanwezig zijn, zoo spoe
dig mogelijk verzonden zal worden. Dit jaarverslag kon niet zoo
volledig zijn als gewoonlijk, daar wegens het vroeger verschijnen
ingevolge het opheffingsbesluit, verschillende gegevens te ontlee-
nen aan de tabellen en ingekomen verslagen, nog niet ter beschik
king waren. De Voorzitter vraagt de bijzondere aandacht van de
vergadering voor Hoofdstuk III van het jaarverslag, waarin het
overlijden van Mej. A. E. Scheuer, in leven een toewijdingsvolle
werkster op het gebied der armenzorg, tevens jarenlang lid van