11 In de vergadering van 23 Januari wordt voorlezing gedaan van het op 20 Januari ingekomen schrijven van den Minister, bege leidend het Koninklijk Besluit van 14 Januari 1936 No. 10, waarbij de Armenraad te Breda met ingang van 1 Mei 1936 wordt op geheven met als redenen: verlaging der openbare uitgaven. Er wordt besloten Burgemeester en Wethouders een copie van beide brieven toe te zenden, terwijl de Voorzitter gemachtigd wordt zich met het College van Burgemeester en Wethouders in verbin ding te stellen, teneinde de noodige maatregelen te nemen, in ver band met het opheffingsbesluit. Verder wordt mededeeling gedaan van eenige ingekomen stuk ken. De Secretaris van den Armenraad is met ingang van 1 Mei eervol ontslag verleend als zoodanig en kan in verband met zijn diensttijd aanspraak maken op wachtgeld, hetwelk aangevraagd zal worden. Het vrijdom van porto voor dienststukken van den Armen raad is ingetrokken: ook hiervan zal mededeeling gedaan worden aan Burgemeester en Wethouders, teneinde voor de nog loopende maanden een regeling te verkrijgen. In de vergadering van 5 Februari geeft de Voorzitter een verslag van de gehouden conferentie met Burgemeester en Wethouders en waarbij voorloopig de volgende richtlijnen werden aangegeven: Alle stukken en bescheiden, betrekking hebbende op den Armen raad, zullen worden ondergebracht in het archief der Gemeente: de afdeeling „Onderhoudsplicht" zal blijven bestaan, in welken vorm is nog niet bekend; de afdeeling informatie c.a. zal vermoe delijk ondergebracht worden bij het Burgerlijk Armbestuur; de ver deeling der Algemeene Armengelden kan plaats vinden; de tabellen over het dienstjaar 1935 moeten na 1 Mei worden gezonden aan de Gem. Secretarie, le Bureau; het personeel van den Armen raad zal eervol ontslag verleend worden. De heer Koehorst doet het voorstel: de Algemeene Armengelden voor een goed doel aan te wenden, in dit geval de „Stichting voor Voedselvoorziening De Voorzitter heeft hiertegen geen bezwaar, mits alle aangesloten Instellingen hiermede accoord gaan; het zal daarom gewenscht zijn. dat genoemde instelling een dergelijk voor stel bij alle betrokken Instellingen indient; wij hebben dan af te wachten het antwoord op dit voorstel. In de vergadering van 1 April 1936 wordt de agenda en datum voor de laatst te houden algemeene vergadering of ,,slot"-vergade- ring van den Armenraad vastgesteld. De Voorzitter doet mededeeling, dat het bedrag der Algemeene Armengelden 214.30) in zijn totaal is uitgekeerd aan de „Stich ting voor Voedselvoorziening" tegen geteekende quitantie en de bewijzen van goedkeuring der betrokken Instellingen. Deelt verder mede, dat hem in een conferentie met Burgemeester en Wethouders verzocht is eenige richtlijnen aan te geven hoe voor de afwerking van den dienst, enz. gehandeld moet worden, in ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1936 | | pagina 297