22
stellingen van weldadigheid, waarvan 38 vertegenwoordigd waren
in den Armenraad. Dit centraal verband te behouden, was in deze
moeilijke tijden niet alleen gewenscht, maar noodzakelijk te noe
men. Het Koninklijk Besluit heeft men evenwel te aanvaarden.
Omtrent de uitvoering van het opheffingsbesluit, kan het vol
gende worden medegedeeld:
a. Het archief van den Armenraad, waartoe o.m. behooren: regis
ters, notulenboeken e.d., is opgenomen bij het gemeentelijk
archief.
b. De verdeeling van de Armengelden, welke belegd waren op de
postspaarbank, kon op eenvoudige wijze geschieden.
Alle instellingen, betrokken bij deze verdeeling (36), hebben
het hun toekomende bedrag ter beschikking gesteld van de
„Stichting voor Voedselvoorzieningaan genoemde Stichting is
het geheele bedrag, zijnde 214.30, uitgekeerd. De gelden
komen ook op deze wijze geheel ten bate van de Algemeene
Armen, daar genoemde Stichting de uitreiking van warm voedsel
tijdens het winterseizoen uitstrekt over de behoeftige gezinnen
•van alle gezindten.
c. De dienst van de alimentatie- of onderhoudsplicht, is onderge
bracht bij het Burgerlijk Armbestuur en zal nagenoeg op de
zelfde wijze worden voortgezet. Wij achten dit besluit van veel
belang, zoowel voor de betrokken te onderhouden personen als
ook voor de Gemeente; het finantieel resultaat van die dienst
is zeer bevredigend, hetgeen blijkt uit de desbetreffende opgaven
in dit en voorgaand jaarverslag.
De dienst blijft in hetzelfde lokaal gevestigd, hetwelk daarvoor
ook is ingericht; voor een regelmatige voortzetting van belang;
de desbetreffende bescheiden blijven natuurlijk eveneens ter be
schikking van dien dienst.
d. De informatiedienst met bijbehoorende hulpmiddelen is eveneens
ondergebracht bij het Burgerlijk Armbestuur. Aan de Instellin
gen, vertegenwoordigd in den Armenraad, is overeenkomstig het
verzoek van Burgemeester en Wethouders, kennis gegeven, dat
na 1 Mei het Burgerlijk Armbestuur bereid is inlichtingen te
geven, voorzoover het over gegevens beschikt.
e. Ingevolge besluit van Burgemeester en Wethouders, is de heer
Brandsen, aan wien met ingang van 1 Mei eervol ontslag is
verleend als Secretaris van den Armenraad, aangesteld als
tijdelijk bureau-ambtenaar bij het Burgerlijk Armbestuur; hem
is o.m. opgedragen de dienst van de onderhoudsplicht te ver
zorgen. Deze dienst is door hem tijdens zijn Secretariaat op
bijzondere wijze behartigd met het bekende gunstig finantieel
resultaat. Wij verheugen ons over dit besluit, zoowel voor de
heer Brandsen als voor den dienst.