23 f. Aan de bode-informateur Lindner werd door het Bestuur met ingang van 1 Mei eervol ontslag verleend uit die functie bij den Armenraad, ingevolge de opheffing van dien Raad. Aan gezien deze functie voor Lindner een neven-betrekking was, zijn hoofdfunctie is informateur bij het Burgerlijk Armbestuur, zijn de gevolgen van het ontslag voor deze ambtenaar gelukkig niet van zoo ingrijpenden aard. g. De hulpschrijver Thiellier is eveneens eervol ontheven van zijn functie, ook ingaande 1 Mei. Hij was ongeveer 2 jaar bij het bureau van den Armenraad van dienst en verrichtte zijn werk tot onze tevredenheid; wij hopen, dat hij spoedig wederom een dergelijke functie kan verkrijgen. BESLUIT. Hiermede is het Bestuur van den Armenraad aan het einde van zijn taak gekomen, wordt hiermede de op 5 Oct. 1933 aanvaarde functie afgesloten. Het is verheugend te constateeren, dat tot het einde toe een aangename samenwerking tusschen de leden van het Bestuur en de Commissies heeft bestaan. Het Bestuur beeft naar beste weten en vermogen voor de alge- meene belangen op armenzorgsgebied gewerkt en was het een vol doening te mogen vernemen, dat zeer velen daarover tevreden waren, gelijk dit tot uiting kwam in de slotvergadering op 14 April. Wij sluiten met den wensch, dat hetgeen door den Armenraad in de afgeloopen jaren werd verricht en tot stand gebracht, ten bate moge blijven van hen, voor wien dit alles op belanglooze wijze werd gedaan, n.l. de zwakke en hulpbehoevende medemensch. .Zoo zij het. Namens het Bestuur van den Armenraad, B. STEGGERDA, Voorzitter. W. BRANDSEN, Secretaris. BREDA, 30 April 1936.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1936 | | pagina 309