Uiteraard werden betrokkenen, waar noodig, verwezen naar de daarvoor in aanmerking komende instellingen. HOOFDSTUK III. De toestand van en de gebeurtenissen op de arbeidsmarkt in de gemeenten Breda, Ginneken en Princenhage. De Dienst bleef ook dit jaar optreden als plaatselijk orgaan der arbeidsbemiddeling voor het gebied der gemeenten Breda, Gin neken en Bavel en Princenhage, zooals dit trouwens reeds tal van jaren geschiedde op grond van een indertijd daartoe door de betrokken gemeentebesturen aangegane overeenkomst. De algemeene toestand der arbeidsmarkt in het gebied dezer gemeenten was wederom ongunstiger dan in het voorafgaande jaar. De werkloosheid (gemiddelde stand), uitgedrukt in percenten van het inwonertal op 1 Januari gaf voor 1935 in Breda 3,90 °/0, in Ginneken en Bavel 2,61 en in Princenhage 2,84 Voor 1936 bleken deze percentages te zijn in Breda 4,06%, in Ginneken en Bavel 2,87% en in Princenhage 3%. Vrijwel alle bedrijfsklassen (zie bijlagen) ondergingen den in vloed van de zich verminderende werkgelegenheid, vooral echter het bouwbedrijf, de arbeiders zonder bepaald beroep (fabrieks arbeiders), de metaalbewerking en de fabricage van voedings- en genotmiddelen. In de gemeenten Ginneken en Bavel en Princen hage was het aantal ingeschreven werkloozen uit het landbouw bedrijf groot. De invloed der devaluatie in September van het verslagjaar op de werkloosheid bleek voor de drie genoemde gemeenten niet in vermindering daarvan tot uiting te komen. Weliswaar vermin derde in de week 510 October het totaal aantal werkloozen. doch deze vermindering werd bijna uitsluitend veroorzaakt door de campagne der Suikerfabriek in die week aangevangen. Slechts in de metaalbewerking verminderde de werkloosheid na September eenigermate maar bleef zij niettemin toch nog boven het gemid delde peil van 1935. De verminderde werkgelegenheid kwam bij de arbeidsbemid deling tot uiting in verminderde vraag naar volwassen arbeids krachten; daarentegen nam de vraag naar jeugdigen flink toe. Bij een en ander kwam duidelijk aan den dag het streven naar goedkoope krachten, zoodat het praedicaat „te oud" veelal be- teekende „te duur". Waar eenigszins mogelijk werd getracht te profiteeren van het lagere loon verbonden aan den jongeren leeftijd, zoo zelfs, dat in bepaalde beroepen constant meer vraag 5

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1936 | | pagina 372