11
van Nederlandsche Gemeenten (aangesloten bij de Federatie van
Bedrijfsvereenigingen „Centraal Beheer").
De premie voor 1936 bedroeg 30 °/00-
De Werkverschaffing Vraggelen, vallende onder de Land- en
Tuinbouw-Ongevallenwet, was voor ongevallen verzekerd bij de
Tuinbouw-Onderlinge.
De premie voor 1936 bedroeg 25 °/0.
De beide andere werkverschaffingen waren tegen ongevallen
verzekerd bij „Fatum".
Centraal Beheer.
Het door den Minister vastgestelde Ministerieel dagloon bedroeg
f 2.50, waarnaar de ziekengelduitkeering, zoonoodig verhoogd
met een bedrag wegens kindertoeslag, werd bepaald.
De arbeiders betaalden in totaal f 567,aan ziektepremie,
d. i. 0.89 °/o van het loon -|- toeslagen aan de Gemeente.
Het Rijk betaalt 63,5 °/o van 2 X ziektepremie is dus 63,5 °/0
van 2 X f 567,— f 720,09.
De Gemeente ontvangt dus f 1,287,09, maar moet aan premie
betalen 30 °/o van f 63 789,— (loon -j- toeslagen) f 2.013,67
waardoor dus ten laste van de Gemeente komt f 726,58
Aan ziekengeld werd door Centraal Beheer over 1936 betaald
f 700,46 -(- f 30,— aan rentezegels, in totaal dus f730,46
Aan de Tuinbouw-Onderlinge werd betaald f 363,
liitkeeringen Tuinbouw-Onderlinge over 1936 f 36,40
Over betaalde premie en gedane uitkeeringen door Fatum
konden bij het opmaken van dit verslag nog geen cijfers vermeld
worden.
Aantal ziek- en ongeval-meldingen
Er werden 33 arbeiders ziek gemeld, waarvan twee ziekmel
dingen ongegrond waren.
De ziekteperiodes waren voor één arbeider 7 weken, 1 X 6
weken, 1 X 5 weken, 3 X weken, 4 X 3 weken, 9 X 2
weken, 9 X 1 week, 3 korter dan een week.
Er werden 11 ongevallen gemeld, op twee na waren de
arbeiders na een week weer op het werk, de beide anderen
klemden een vinger en waren ongeveer 4 weken onder behandeling.
Voor de Tuinbouw-Onderlinge waren er twee ongevallen.
