65 Naam van de instelling en rubriek, waartoe zij behoort Het door de instelling beoogde bijzondere doel. Vereeniging „Het Groene Kruis" voor Breda en Omstreken.(c) Vereeniging „Pro |uventute" te Breda, (c) Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor Breda en Omstreken (c) Oude-Mannenhuis. (a) Het arme Weeshuis der Kercken ende der Stadt van Breda, ook genaamd Gereformeerd Burgerweeshuis, (b) Gereformeerd Armkinderhuis(b) Heer Wijnaendts van Steinsfun- datie. (b) Bestedelingenhuis v. d. diaconie der Nederduitsch Hervormde gemeente, (b) Het verleenen van hulp bij de ver pleging van zieken, het nemen en ondersteunen van maatregelen ter voorkoming van ziekte en het bestrij den van tuberculose als volksziekte. Verzorging, zoowel in als buiten ge stichten, van minderjarigen, wier han delingen hebben geleid of gevaar loo- pen te leiden tot strafrechtelijk onder zoek, vervolging of straf. (Strekt haar werkkring uit overdegemeentenBreda, Teteringen,Ginneken en Princenhage). Het bevorderen der gezondheidsbe langen van de zuigelingen. (Strekt haar werkkring uit overdegemeenten Breda, Teteringen, Ginneken en Princenhage). Het verstrekken van huisvesting en verzorging aan personen van het man nelijk geslacht, bij voorkeur en als re gel aan zoodanigen, die niet in staat zijn uit eigen middelen ten volle in hun onderhoud te voorzien. Opname, verpleging enz. vau wee zen (jongens en meisjes). Verpleging van half-weezen, bij uit zondering ook van weezen, van wie een deugdelijke opvoeding, hetzij we gens financiëele, hetzij wegens maat schappelijke omstandigheden der aan gewezen verzorgers, niet voldoende verzekerd wordt geacht. Verpleging van oude weduwvrou wen, bejaarde jonge dochters en oude vrouwelijke dienstboden van het Her vormd of ander Protestantsch Kerk genootschap die nimmer door eenig armbestuur zijn bedeeld geweest. Verpleging van behoeftige leden der Nederd. Herv. gemeente van Breda of elders te zamen of ook wel op af zonderlijke kamers.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1936 | | pagina 67