84
„Het Museum is voor het publiek geopend eiken Zaterdag
..(toegangsprijs f 0,25,1; en eiken 2den Zondag der maand
„(toegangsprijs f 0,10; de bezoekuren zijn van 2 4.30 nam.;
„op andere dagen kunnen vreemdelingen (doch alleen op voor-
„noemde uren) zich vervoegen op het Stadserf ten huize van
„den concierge van het Gemeentehuis, tevens concierge van het
„Museum; de toegangsprijs bedraagt dan f 0,25.
„Het aantal bezoekers bedroeg 900 tegen 200 in 1935. Voorts
„werd het Museum bezocht door een 55-tal leden van de Afd.
„Breda der Nederl. Vereeniging van Huisvrouwen, 20 leerlingen
„van het Klein Seminarie Ypelaar, 20 leden Jonge Werkman
„Oosterhout en 30 leerlingen der u.l o -school aan de Nieuw-
„straat.
„De voormalige Boterhal, tot museum-ruimte ingericht, werd
„op 14 Februari 1936 feestelijk geopend, zoodat het museum-
„gebouw thans geheel voltooid is.
„Verschillende voorwerpen werden aangekocht, ten geschenke
„ontvangen en in bruikleen verkregen.
„Ook de Bisschoppelijke Verzameling mocht aanwinsten boeken.
„Voor den nieuwen Gids van de V. V. V. „Breda Vooruit''
„werd een artikel over de thans volledig opgestelde Stedelijke j*
„en Bisschoppelijke Verzameling geschreven.
„De ontvangsten over het jaar 1936 bedroegen f 1885,31,
„terwijl de uitgaven een bedrag van f 1824,415 beliepen Hierdoor
„verminderde het nadeelig saldo 1935, hetwelk f 945,106 bedroeg,
„tot f 884,21."
Aan de Commissie voor het geven van beiaard-concerten
werd voor het jaar 1936 een gemeentelijk subsidie van f 250,—
toegekend, terwijl aan de Commissie tot voorbereiding van
volkszangdagen een subsidie van f 480,werd verleend.
Verder stelde de Gemeente f 1440,beschikbaar voor de
volksconcerten, welke onder de auspiciën van de Ver
eeniging „Breda Vooruit" gedurende het winterseizoen werden
gegeven door het Utrechtsch Stedelijk Orkest.
Voor het restaureeren van de Groote of O. L. Vrouwe-Kerk
werd van gemeentewege in 1936 als twee en dertigste bijdrage
in de kosten daarvan verstrekt f 8500,Reeds vanaf 1904
wordt jaarlijks een bijdrage in de restauratie-kosten toegekend.
Aanvankelijk bedroeg zij f 3000,— per jaar; in 1910 werd zij
verhoogd tot f 4000,.in 1919 tot f 6000,en in 1921 tot
f6500, Bij raadsbesluit van 30 Juli 1929 werd besloten, voor
een tijdvak van 16 jaar, aanvangende 1930, een jaarlijksche
bijdrage van f 8500,te verleenen, onder voorwaarde, dat het
