VERSLAG van het Gemeentelijk
Woningbedrijf van Breda over
het dienstjaar 1937.
Algemeen.
Inbreng.
Bij raadsbesluit d.d. 22 Juni 1936, goedgekeurd bij besluit van
Gedeputeerde Staten d.d. 8 Juli 1936, G. no. 84, werd, teneinde
een juister inzicht te hebben omtrent het vermogen, hetwelk in
de voorziening in de volkshuisvesting is vastgelegd en omtrent
de betrekkelijke exploitatie-resultaten, overeenkomstig art. 252
der Gemeentewet, besloten tot instelling van een Gemeentelijk
Woningbedrijf, terwijl bij raadsbesluit d.d. 2 October d.o.v. goed
gekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 21 October
1936, G. no. 81, de beheersverordening werd vastgesteld.
Verder werd bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d.
27 October 1936 de inwerkingtreding der verordening bepaald
op 1 Januari 1937.
(Voor den inbreng wordt verwezen naar bijgaand administra
tief verslag)).
Aantal woningen bij den inbreng.
Het aantal woningen, dat per 1 Januari 1937 in het bedrijf werd
ingebracht, bedroeg 647, verdeeld als volgt:
awoningcomplex aan de Bloemstraat 41
b. woningcomplex aan de Vestkant 84
c. woningcomplex aan de Zandbergweg 55
d. woningcomplex aan de Dijklaan 87
e. woningcomplex aan de Plataanstraat 70
f. woningcomplex aan de Heidebloemstraat 120
g. woningcomplex aan het Westeinde 157
h. woningcomplex noodwoningen a/d Boschstraat 2
i. woningcomplex middenstandswoningen 12
j. woningcomplex niet speciaal voor de Volks
huisvesting aangekochte woningen 19
~647